Besluit verbetering beschikbaarheid jeugdzorg

Reactie

Naam Accare (Dr. M. Bottelier)
Plaats Assen
Datum 8 september 2024

Vraag1

1. Wilt u uw reactie geven op deze voorgestelde wijziging van het Besluit Jeugdwet?
Het is helder dat er naast deze wetgeving meer nodig is om tot echte transformatie in de zorg voor jeugdigen en gezinnen en tot kostenbesparing te komen. In gezinnen kunnen heel diverse zaken spelen die invloed hebben op de ontwikkeling en het veilig opgroeien van kinderen. Dit vraagt soms heel andere oplossingen dan het bieden van zorg aan het kind, de jongere. Er zijn al goede voorbeelden in het land waar er vanuit de specialistische jeugdhulp samengewerkt wordt door organisaties, ook over domeinen heen, zoals met lokale teams, de schuldhulpverlening, de zorg voor de ouders en het onderwijs. Bovenal hebben wij er als maatschappij met elkaar voor te zorgen dat kinderen, jongeren en hun gezinnen er niet alleen voor komen te staan bij de problemen die zij tegenkomen in hun leven.

Vraag2

Uit het wetsvoorstel volgt dat jeugdhulpvormen (minimaal) regionaal moeten worden ingekocht als is voldaan aan één of meer van de volgende criteria:
• schaarste van de vraag;
• schaarste van het aanbod;
• de complexiteit van de problematiek in combinatie met de daarvoor benodigde multidisciplinaire specialistische expertise;
• het volume dat een jeugdhulpaanbieder nodig heeft om verantwoorde jeugdhulp te kunnen leveren;
• het volume dat een jeugdhulpaanbieder nodig heeft om een gezonde bedrijfsvoering te kunnen voeren.

2. Voldoen de jeugdhulpvormen in het ontwerpbesluit aan deze criteria? Zo nee, welke jeugdhulpvorm(en) niet en waarom?
3. Ontbreken er jeugdhulpvormen in het ontwerpbesluit? Zo ja, welke?
4. Zijn de jeugdhulpvormen in het ontwerpbesluit duidelijk genoeg afgebakend ten opzichte van jeugdhulpvormen die lokaal kunnen worden ingekocht?
Dat gemeenten verplicht worden om samen te werken bij de contractering van specialistische jeugdzorg sluit aan op de gemaakte afspraken in de Hervormingsagenda Jeugd. De zorgvormen die in dit besluit zijn opgenomen, moeten aan een aantal criteria voldoen. Het moet gaan om vormen van jeugdhulp die regionale samenwerking vereisen in verband met:

1. De schaarste van de vraag,
2. De complexiteit van de problematiek in combinatie met de daarvoor benodigde multidisciplinaire specialistische expertise,
3. De schaarste van het aanbod, of
4. Het volume dat een jeugdhulpaanbieder nodig heeft om verantwoorde jeugdhulp te kunnen leveren, of
5. een gezonde bedrijfsvoering te kunnen voeren.

Dat is in onze optiek noodzakelijk, omdat de schaal van individuele gemeente vrijwel altijd te klein is om de continuïteit en de beschikbaarheid van specialistische jeugdhulp voor kinderen en gezinnen te borgen, te organiseren en ook verder te kunnen ontwikkelen. Naast risico’s voor de continuïteit en beschikbaarheid van zorg, zorgt dit ook voor een groot aantal verschillende inkoopprocedures en contractvoorwaarden voor aanbieders die jeugdhulp bieden in meer dan een regio. Dat leidt tot zeer hoge uitvoeringslasten en kost onevenredig veel tijd, geld en energie.

De verplichte samenwerking geldt voor de inkoop van kinderbeschermingsmaatregelen, jeugdreclassering en bij AMvB te bepalen vormen van specialistische jeugdhulp. De zorgvormen waar het om gaat staan in de AMvB die nu in consultatie is. De invulling van deze AMvB (welke zorgvormen worden ten minste regionaal ingekocht) is dan ook cruciaal voor de kracht en werking van het Wetsvoorstel verbetering beschikbaarheid jeugdzorg voor de praktijk.

Als Accare hechten ook wij eraan dat er onderscheid wordt gemaakt tussen het niveau van contractering en het niveau van uitvoering (organisatie) van jeugdhulp. Dat kan nog duidelijker naar voren komen in de stukken

Vraag3

De omschrijving van de jeugdhulpvorm ‘gespecialiseerde ggz’ sluit aan bij de ggz-standaarden. In de praktijktest is de vraag besproken of deze omschrijving voldoende onderscheidende kenmerken bevat om voor de praktijk helder te maken wat er wel en niet valt onder deze jeugdhulpvorm. In dit kader leggen wij u een aantal vragen voor, specifiek over de gespecialiseerde ggz:

5. Voldoet het gehele aanbod van gespecialiseerde ggz aan de criteria uit het wetsvoorstel?
6. Is het mogelijk, op basis van de criteria van het wetsvoorstel, bepaalde kenmerken te onderscheiden van de zorgvraag en/of het zorgaanbod om te kunnen bepalen of het lokaal zou moeten worden ingekocht?
7. Zou het voor de duidelijkheid en bruikbaarheid in de praktijk helpen om bij de gespecialiseerde ggz kenmerken te noemen van de aanbieders van deze vorm van jeugdhulp en/of de wijze van behandeling die in het kader van deze jeugdhulpvorm plaatsvindt? Zo ja, waarom en welke eisen kunnen dat zijn? Zo nee, waarom niet?
In onze optiek voldoet het grootste deel van het aanbod van de gespecialiseerde jeugd ggz aan de criteria van het wetsvoorstel. . Wij hechten eraan te benadrukken dat het voor ons vooral van belang is dat de specifieke kenmerken van de jeugd ggz een duidelijke en een logische plek hebben in het wetsvoorstel. Als Accare kunnen wij ons vinden in de indeling onder artikelen 2.2.3 h en 2.2.3 j.

- Het gaat om jeugdzorg die om specialistische multidisciplinaire expertise vraagt. Wij benadrukken daarbij dat de multidisciplinariteit – naast het werken over domeinen heen – ook betrekking moet kunnen hebben op de inzet van verschillende disciplines binnen één domein, zowel binnen de ggz als binnen jeugd & opvoedhulp. Het is bijvoorbeeld van belang dat de behandeling van problematiek als gevolg van één psychische stoornis, die vereist dat de behandelaar in de gespecialiseerde ggz in staat is integrale kennis van zowel de ggz als de somatiek als de sociale factoren toe te passen, behouden blijft in de AMvB.

- Verder is het van belang dat de, vaak op voorhand niet te voorspellen, noodzakelijke verbinding tussen ambulante jeugdhulp (zowel jeugdggz, jeugd & opvoedhulp als gehandicaptenzorg) en jeugdhulp met verblijf behouden blijft, Hiervoor is het nodig dat de daarvoor benodigde (complexe) infrastructuur beschikbaar is. Het gaat hierbij niet zozeer om de organisatievorm die dit vraagt, maar om de functies die beschikbaar moeten zijn in het zorglandschap als geheel.
- In het wetsvoorstel is onder ‘i’ opgenomen dat sprake moet zijn van een psychische stoornis of een vermoeden daarvan. Wij maken graag van de gelegenheid gebruik om toe te lichten dat dit opnemen van een ‘vermoeden’ gaat over het stellen van de diagnose bij het vermoeden van ernstige problematiek. Het verbreden van de scope tot het behandelen van lichte problematiek of om te medicaliseren is beslist niet aan de orde.

- De consultatiefunctie, het delen van kennis en expertise, is niet expliciet benoemd in de nota van toelichting van het ontwerpbesluit, maar zou onzes inziens wel hieraan dienen te worden toegevoegd en ook regionaal gecontracteerd moeten worden.

- In het besluit wordt opgemerkt dat voor een aantal vormen van jeugdhulp wordt afgezien van het verplichten tot bovenregionale afstemming omdat deze vormen van jeugdhulp thans landelijk worden ingekocht middels het LTA / de Landelijke Inkoop Jeugdhulp. Daarin kunnen we ons vinden.