Wetsvoorstel vereenvoudiging bekostiging PO
Reactie
Naam
|
VCPONG (S Van der Wal)
|
Plaats
|
Winsum
|
Datum
|
28 april 2020
|
Vraag1
Is de beschrijving van het nieuwe bekostigingsmodel in het wetsvoorstel en de memorie van toelichting voldoende duidelijk?
Op zich taaie stof, maar goed te doen.
Vraag2
Zorgt het wetsvoorstel voor een eenvoudigere, minder sturende en meer voorspelbare bekostigingssystematiek?
het wordt idd eenvoudiger, maar of het ook voorspelbaarder wordt hangt af wanneer OCW de normen bekendmaakt.
Vraag3
Zijn er effecten van het wetsvoorstel die niet in het wetsvoorstel en/of in de toelichting zijn verwerkt?
Het wegvallen van de GGl als parameter heeft voor ons bestuur grote gevolgen . Onze GGL is hoger dan het landelijke gemiddelde. Daarnaast bevindt ons schoolbestuur zich in een krimpregio (Noord Groningen) met veel kleine scholen. Ook hier zal door de invoering van de GGL fors moeten worden ingeleverd. Het hebben van personeel met een hogere of jongere leeftijd is uiteraard geen sturingsinstrument. Je bent van toevalligheden hoe je GGL uitvalt en zich ontwikkelt. Dat de bekostiging afhankelijk is van dergelijke toevalstreffers zou geen onderdeel van de systematiek moeten uitmaken. Dus een of andere vorm van compensatie door toch een schooleigen GGL in te voeren lijkt mij noodzakelijk.
De overgang van schooljaar naar kalenderjaar roept vragen op. Afhankelijk van de wijze waarop DUO straks de laatste bekostiging afgeeft (augustus t/m december 2022), kan dit nadelige gevolgen voor de scholen hebben.
Wanneer het huidige betaalritme gehanteerd wordt (34,55%) ontstaat er een vordering, aangezien de scholen op basis van 5/12e de beschikking opboeken (41,67%). Dit zou dan een eeuwigdurende vordering op de balans vormen, wat een ‘papieren vordering” is en dat is onwenselijk. Het afgeven van een laatste beschikking in de vorm van 5/12 gedeelte is de enige oplossing!