Besluit inkoopplan prijs kwaliteit Wmo 2015
Reactie
Naam
|
Louis Teunissen Interim & Advies (Mr. L. Teunissen)
|
Plaats
|
Maastricht
|
Datum
|
10 maart 2016
|
Vraag1
Hoe beoordeelt u de strekking van het voorgestelde artikel 5.4 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015?
Volgens mij lost dit het geconstateerde probleem niet op: is de Raad in staat de inhoudelijke redelijkheid van zo'n plan vast te stellen? Wat voegt een door de raad vast te stellen inkoopplan toe? Hoe weet een raad in hemelsnaam wat "reëel" is bijvoorbeeld? En reëel voor wie? De ene aanbieder heeft immers een andere personeelsopbouw dan de andere - op welk minimaal tarief wil je dan gaan zitten? De prijs kán immers invloed hebben op de te betalen eigen bijdrage dus de keuzevrijheid van de burger kan leiden tot de keuze voor een iets goedkopere aanbieder.
Vraag2
Leidt de gehanteerde opzet van het artikel en de daarbij gebruikte toelichting tot een eenduidig interpreteerbaar, helder en duidelijk artikel? Zo nee, waarom niet en op welke wijze kan het artikel worden verhelderd?
Ja, de omschrijving is helder. Maa zoals gezegd, het voegt weinig toe en voorkomt zéker niet dat TSN-achtige toestanden zich nogmaals voordoen.
Vraag3
Geeft de nota van toelichting voldoende inzicht in de problematiek en doelstelling van het wetsvoorstel? Zo nee, welke mogelijkheden ziet u tot verbetering?
Ja.
Vraag4
Hoe effectief is volgens u het voorstel voor het bereiken van het beoogde doel, namelijk een goede prijs- en kwaliteitsverhouding voor voorzieningen en een prijsstelling die voldoet aan de inhoudelijke eisen van de Wmo 2015?
Niet. De oplossing zit niet in zo'n plan. De oplossing zit in de te volgen procedure. Ik ben nu bij een aantal bestuurlijke aanbestedingen betrokken geweest - door in gesprek te blijven met de aanbieders en in redelijkheid met elkaar te discussieren over de situatie in de markt, dat wat je als gemeente vraagt van de aanbieders, het gesprek te voeren over bureaucratie, etc., kom je er altijd prima uit. Hetgeen bewezen wordt door 0 (nul) rechtszaken na tientallen bestuurlijke aanbestedingen en 0 (nul) faillissementen als gevolg van een dergelijke aanbesteding. Het is dus simpel: verplicht de gemeente tot een 2B-procedure via een bestuurlijke aanbesteding. Probleem opgelost.
Vraag5
Ziet u mogelijkheden om de doelstelling, al dan niet door wijziging van het ontwerp van artikel 5.4 op een betere of eenvoudigere manier te bereiken?
Dit artikel lost het probleem niet op en leidt alleen maar tot extra bestuurlijke beleidsvormingsdrukte. Het gaat veel te veel uit van een klassieke openbare Europese aanbesteding - dáár schuilt het probleem in. Dergelijke aanbestedingen zijn als klassieke (jaren '60) raketlanceringen: je stopt alle info die je hebt in de raket, drukt op de lanceerknop en hoopt dat je berekening klopt en dat de raket dus daar uitkomt waar die moet uitkomen. Het maken van een inkoopplan is alleen maar méér info die je in de raket stopt. Het punt is dat het gaat om de sturingsmogelijkheden ná de lancering: kun je bijsturen ja of nee? Zie bijvoorbeeld de Bestuurlijke Aanbestedingen: 0 (nul) rechtszaken na al die jaren en geen faillissementen door bestuurlijke aanbestedingen, juist omdat deze raket (de bestuurlijke aanbesteding) een stuur heeft.
Vraag6
Zijn er nog overige verbeterpunten te noemen? Zo ja, welke verbeterpunten zijn dit?
Zie mijn voorgaande antwoorden. Ik ben wat hoekig in mijn reactie (dat realiseer ik me terdege), maar iedereen weet (u ook) dat een dergelijk artikel 5.4 de oplossing niet biedt. Het is gewoon weer een volgend plan. Maar het gaat niet om het plan, niet om de strategie - het gaat om het gesprek en om het luisteren naar elkaar als gemeente en aanbieders.