Besluit inkoopplan prijs kwaliteit Wmo 2015
Reactie
Naam
|
Gemeenten Kop van Noord Holland (A. Braakman)
|
Plaats
|
Schagen
|
Datum
|
24 maart 2016
|
Vraag1
Hoe beoordeelt u de strekking van het voorgestelde artikel 5.4 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015?
Ten aanzien van de inkoop heeft de gemeenteraad de volgende 3 rollen:
- Kaderstellend
- Budgetverantwoordelijkheid
- Toezicht op uitvoering
Inhoudelijke reactie op de voorgestelde elementen van het inkoopplan:
- De kaders voor de dienstverlening en de dienstverleners: inderdaad, dit is rol van de gemeenteraad.
- Cliëntenparticipatie: deze is al voldoende in de wet verankerd en vormvrij. Dit hoeft niet apart via een AMvb te worden geregeld.
- CAO: de gemeente gaat niet over het hanteren van een CAO of niet. Dit is aan de aanbieder als werkgever. Het gaat de gemeenteraad om de dienstverlening, zoals hierboven aangegeven.
- Reële kostprijsberekening: de reële kostprijsberekening ligt bij de aanbieder, niet bij de gemeente. De aanbieder offreert op basis van een tarief, waarbij wij er van uit gaan dat hieraan een reële kostprijsberekening ten grondslag ligt.
- Ruimte voor ZZP’ers: De aanbestedingswet vraagt van ons een gelijke behandeling van aanbieders. De omvang van de opdracht mag niet dermate groot zijn dat partijen niet gelijk behandeld kunnen worden. Voorwaarden die gesteld worden gelden voor alle partijen, dus alle aanbieders in het MKB, ook ZZP’ers.
- De ontwikkeling van beroepskrachten: dit ligt bij de werkgever, ic. de aanbieder.
- Inzicht in de kostprijselementen: dit komt terug in de marktconsultatie, dit kan niet op voorhand worden gedaan.
- Duur van de overheidsopdracht: akkoord ter vaststelling door gemeenteraad. Echter heeft dit geen meerwaarde, dit is al de huidige praktijk.
- Indexeren: akkoord ter vaststelling door gemeenteraad. Echter geen meerwaarde, is al de huidige praktijk.
- Informeren over de gunning: In een informatiebrief wordt nu al de gemeenteraad op de hoogte gesteld van een gunning. Dit is wederom de huidige praktijk.
Vraag2
Leidt de gehanteerde opzet van het artikel en de daarbij gebruikte toelichting tot een eenduidig interpreteerbaar, helder en duidelijk artikel? Zo nee, waarom niet en op welke wijze kan het artikel worden verhelderd?
Door het vaststellen van een AMvB wordt het probleem (het voorkomen van de huidige praktijken bij de hulp in het huishouden) niet opgelost. Van de gemeenten mag en moet worden verwacht dat zij een professionele opdrachtgever zijn, die goed nadenken over de wijze hoe zij het optimale resultaat bereiken voor de inwoners. En hierbij hoort een set aan eisen die wij stellen aan aanbieders om het optimale resultaat te bereiken. Daartegen mag de gemeente van opdrachtnemer verwachten die zich professioneel opstelt en ook een goede werkgever is.
Vraag3
Geeft de nota van toelichting voldoende inzicht in de problematiek en doelstelling van het wetsvoorstel? Zo nee, welke mogelijkheden ziet u tot verbetering?
zie vraag 2
Vraag4
Hoe effectief is volgens u het voorstel voor het bereiken van het beoogde doel, namelijk een goede prijs- en kwaliteitsverhouding voor voorzieningen en een prijsstelling die voldoet aan de inhoudelijke eisen van de Wmo 2015?
Het invoegen van een artikel in de Wmo heeft o.i. geen meerwaarde tegenover de huidige praktijk. Wij zien dat een dialoog met het veld noodzakelijk is. Dit doen wij middels een marktconsultatie. Door te veel voor te schrijven vloeien alle energie en innovatieve krachten bij partners weg: zowel bij aanbieders als gemeente.
Vraag5
Ziet u mogelijkheden om de doelstelling, al dan niet door wijziging van het ontwerp van artikel 5.4 op een betere of eenvoudigere manier te bereiken?
zie vraag 4
Vraag6
Zijn er nog overige verbeterpunten te noemen? Zo ja, welke verbeterpunten zijn dit?
Deze reactie is namens de gezamenlijke gemeenten in de Kop van Noord-Holland.