Verzamelbesluit Omgevingswet IENW bodem en water 2026

Reactie

Vraag1

Er is altijd sprake van enige spreiding van gehalten in de grond. Hierbij kan het voorkomen dat bij een geringe inspanning (verkennend onderzoek) er sprake is van een overschrijding van de klasse industrie welke wel ligt binnen de normale spreiding van een stof. Een verkennend onderzoek is daarom ook niet toereikend voor het toekennen van een definitieve kwaliteit volgens het RBK. Hierbij onderken ik echter het probleem van het schoon keuren van grond tijdens een sanering en begrijp derhalve de toevoeging van deze regel aan het RBK. Om onnodige afvoer en reiniging van potentieel herbruikbare grond te voorkomen zou ik graag onderstaande toevoeging zien zodat de regel meer is toegespitst op het probleem .

Artikel 5.11. (indeling in een kwaliteitsklasse) van het RBK
Een partij grond die voorafgaand aan het ontgraven volgens artikel 4.1229 van het Besluit activiteiten leefomgeving op grond van een bodemonderzoek volgens paragraaf 5.2.2 van dat besluit is ingedeeld in de kwaliteitsklasse ‘matig verontreinigd’ én afkomstig is van een activiteit graven > I of ‘sterk verontreinigd’, wordt, ongeacht de resultaten van de partijkeuring die is verricht, ingedeeld in de kwaliteitsklasse ‘matig verontreinigd’, onderscheidenlijk ‘sterk verontreinigd’.