Verzamelbesluit Omgevingswet IENW bodem en water 2026

Reactie

Vraag1

Het begrip 'Toevalsvondst van verontreiniging op of in de bodem', genoemd in art. 3.55 van het Besluit kwaliteit leefomgeving zou niet alleen gekoppeld moeten zijn aan een concentratieniveau, maar tevens aan een omvangscriterium. In de huidige situatie zou een enkel hoog gehalte moeten leiden tot een risicobeoordeling en het treffen van tijdelijke beschermingsmaatregelen, indien sprake is van onaanvaardbare risico's. Onder de Wet bodembescherming was er pas bij een omvang van >25 m3 grond verontreinigd in een gemiddeld gehalte boven de interventiewaarde aanleiding tot het uitvoeren van een (standaard) risicobeoordeling. Het niet hanteren van een omvangscriterium kan, mijns inziens, leiden tot een onwenselijke overschatting van risico's.