VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap

Reactie

Naam Dovenschap (Mevrouw AM van Kampen)
Plaats Houten
Datum 16 augustus 2013

Vraag1

Het kabinet is van mening dat de ratificatie van het Verdrag een belangrijke bijdrage zal leveren aan het realiseren van de inclusieve samenleving. Voor het realiseren van de inclusieve samenleving is ook van belang om in overeenstemming met artikel 8 van het verdrag de bewustwording ten aanzien van personen met een handicap te bevorderen. Het gaat hier om het bevorderen van de bewustwording van de capaciteiten van personen met een handicap en de bijdragen die zij leveren aan de samenleving. Ook gaat het om het bevorderen van de bewustwording van de belemmeringen, de drempels die personen met een handicap in de samenleving tegenkomen en die hen beletten volledig en op voet van gelijkheid met anderen in de samenleving te participeren.
Kunt u aangeven hoe de bewustwording ten aanzien van personen met een handicap kan worden bevorderd? Kunt u aangeven welke bijdrage u levert aan het bevorderen van de bewustwording en of deze bijdrage zich leent om breed toe te passen?
Juridische erkenning van de Nederlandse Gebarentaal: Het Nederlands heeft al jaren een hogere status dan de Nederlandse Gebarentaal. Het zou een goede stap in de juiste richting zijn als beide talen als gelijkwaardig zouden worden beschouwd. Bewustwording zou ook kunnen worden bevorderd door meer televisieprogramma's toegankelijk te maken voor doven door middel van de inzet van tolken. Bijvoorbeeld niet alleen een tolk bij de ochtendjournaals zoals nu, maar ook de avondjournaals, het jeugdjournaal en bijvoorbeeld kinderprogramma's. De zichtbaarheid van tolken bevordert de bewustwording bij horende kijkers, waardoor tolken en doven een normaal fenomeen worden in onze samenleving.

Vraag2

Volgens het Verdrag kunnen de Staten geleidelijk aan de verwezenlijking van de economische, sociale en culturele rechten uit het Verdrag werken. Staten hebben hierbij een grote mate van beleidsvrijheid. Ook in het Regeerakkoord van 2012 “Bruggen slaan” wordt uitgegaan van een geleidelijke tenuitvoerbrenging van het Verdrag. Bij de vraag hoe aan die geleidelijke tenuitvoerbrenging in de loop der tijd vorm zal worden gegeven, spelen het stellen van prioriteiten en budgettaire overwegingen vanzelfsprekend een belangrijke rol. Uitgaande hiervan, kunt u aangeven wat voor u een prioriteit is en hoe aan een eventuele investering op dat punt het beste vormgegeven kan worden?
Toegankelijkheid van informatie via gebarentaal, zoals het Verdrag voor de Rechten van Mensen met een handicap beschikbaar maken in Nederlandse Gebarentaal. Een goed voorbeeld is de Wet op Gelijke Behandeling voor mensen met een handicap of chronische ziekte. Deze Wet geldt nu op vier terreinen: Onderwijs, Werk, Wonen en Openbaar Vervoer. Hiervan is reeds een versie in de Nederlandse Gebarentaal beschikbaar, maar deze Wet is beperkt tot deze vier terreinen. Het VN-Verdrag bestrijkt een groter domein en zou ook voor doven (immers, zij zijn een doelgroep van het Verdrag) toegankelijk moeten zijn.
Ook is informatie met betrekking tot politieke ontwikkelingen zoals bijvoorbeeld verkiezingen (op Europees, landelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau) in de Nederlandse Gebarentaal wenselijk.

Daarnaast is het van groot belang om de tolkenvoorziening te behouden en verder te ontwikkelen.

Kortom, een goede, gelijkwaardige en professionele informatievoorziening in zowel het Nederlands als de Nederlandse Gebarentaal zou een prioriteit moeten zijn. Dit stelt doven in staat assertief te zijn, op te komen voor hun rechten en op gelijkwaardige basis deel te nemen aan de maatschappij. Dit sluit aan bij de wens van de regering om mensen met een handicap in staat te stellen hun leven zoveel mogelijk zelf vorm te geven.

Met betrekking tot de uitvoering:
Tegenwoordig ondervinden doven erg veel problemen in de uitvoering van de tolkenvoorziening. Voorbeelden daarvan: het UWV geeft praktisch geen toestemming voor het gebruik van teamtolken, mensen die ouder zijn dan 30 jaar krijgen geen tolkurentoekenning voor het volgen van onderwijs en ook de toekenning van 15% van de werktijd voor het inzetten van tolken tijdens blijkt vaak niet toereikend. Aanvragen voor meer uren worden afgewezen.