Besluit versterking voorschoolse educatie

Reactie

Vraag1

De gemeente Westerveld telt slechts 19.000 inwoners. Wij kennen geen wijken, maar dorpen. Alle negen voorschoolse voorzieningen in onze gemeente (zeven van organisatie Kaka, één van Doomijn en één van Plus Kinderopvang) zijn goedgekeurde VVE-locatie met dito leidsters. Het is zeer onrealistisch dat wij op alle locaties 960 uur in 1 1/2 jaar kunnen aanbieden. Dat gaan wij ook niet doen. Waar slechts één groep functioneert (peuteropvang voor twee dagdelen) gaan we verwijzen naar de dichtstbijzijnde locatie waar meerdere groepen draaien. Wij bieden het dus aan op een andere locatie.
Ook de inzet van 160 uur voor de pedagogisch beleidsmedewerker is voor onze (allemaal) kleine locaties te rigoureus. De organisaties hebben hun personeel goed op orde en voldoen aan de voorwaarden. Een dergelijke opgelegd aantal uren is niet reëel.

Vraag2

Deze uitwerking vinden wij te belastend en te veel uitgedacht van grote locaties. Wij bedienen zo'n 40 VV-peuters en dat gaat goed met de inzet van de organisaties. Deze verplichtingen gaan averechts werken.

Vraag3

Het overgangsrecht kunnen wij nog niet goed overzien. Wij proberen te allen tijde maatwerk te leveren met de peuter als uitgangspunt.

Vraag4

Wij proeven en voelen steeds dat regelingen zijn uitgedacht in de grote steden (de G23 of daaromtrent). Wij hebben nauwelijks allochtone peuters, niet anders dan enkele kinderen van statushouders. Bijvoorbeeld geen Turkse en Marokkaanse gezinnen. Veel beleid is toegespitst op gezinnen die nauwelijks Nederlands spreken. Dat geldt bij ons slechts voor een handjevol kinderen.