Regeling bemanning zeeschepen

Reactie

Vraag1

Ik ben het eens met de anonieme schrijver uit Genemuiden te weten:
>>> Een deel van de aan boord opgedane ervaring is algemeen, ongeacht de discipline en functie als officier waarin dienst wordt gedaan. Bovendien kennen de nautisch en technische competentietabellen voor officieren in het STCW-verdrag een gemeenschappelijk deel, de functie “Controlling the operation of the ship and care for persons”. Daarmee zou diensttijd, ongeacht de discipline waarin als officier dienst is gedaan, tot een bepaalde mate generiek mee moeten kunnen tellen voor behoud zonder ophoging van zowel duale als monodisciplinaire (nautische en technische) bevoegdheden.
Om deze reden zouden wij graag zien dat:
• Monodisciplinaire diensttijd in een ruimere bandbreedte kan worden opgeteld tot duale (marof) vaartijd dan de nu voorgestelde 1 : 1.
• Duale diensttijd in ruimere mate kan meetellen voor elk van beide monodisciplinaire disciplines dan de nu voorgestelde 50%.
Dit zal meer ruimte bieden om monodisciplinaire en duale bevoegdheden samen te behouden en daarmee de inzetbaarheid van Nederlandse zeevarenden ten goede komen <<<.

Hieraan toegevoegd vind ik het ook vreemd dat één jaar vaartijd in de zeevaart bestaat uit 360 dagen terwijl in de binnenvaart voor één jaar vaartijd met 180 dagen gerekend wordt. Met een duale functie, zoals Marof, kan het dus 8 jaar duren voordat je als kapitein en als 1ste machinist mag varen als je in het 1 op 1 systeem vaart. Dit duurt gewoonweg veel te lang en is ook onnodig. Er wordt met 2 maten gemeten tussen binnenvaart en zeevaart.