Wet versterking waarborgfunctie Awb

Reactie

Naam Yong BV (H. Vermeulen)
Plaats Ede
Datum 5 februari 2024

Vraag1

Op grond van de nu geldende bepalingen van de Awb moeten bestuursorganen in bepaalde omstandigheden belanghebbenden om een zienswijze vragen. Zie de artikelen 4:7 en 4:8 Awb (dit kan ook inhouden telefonisch contact opnemen met betrokkene). De huidige bepalingen in de Awb kennen een uitzondering hierop bij financiële beschikkingen (artikel 4:12 Awb). Omdat onjuiste financiële beschikkingen met een groot nadelig gevolg de bestaanszekerheid van de betrokkene aantasten, is in het wetsvoorstel opgenomen dat bestuursorganen in bepaalde omstandigheden toch om een zienswijze moeten vragen. Tegelijk kunnen bestuursorganen die grote aantallen financiële beschikkingen nemen niet steeds onverkort toepassing geven aan de artikelen 4:7 en 4:8 Awb.
De voorgestelde wijziging van artikel 4:12 Awb beoogt hierin het evenwicht te vinden.

Vraag: Bent u van mening dat het met deze wijziging voldoende duidelijk is wanneer bestuursorganen een zienswijze moeten vragen over een financieel besluit? Ziet u nog andere mogelijkheden om in de wet in te kaderen wanneer een zienswijze moet worden gevraagd (bijvoorbeeld via een drempelbedrag of het uitsluiten van processen die zich baseren op op andere wijze geverifieerde registraties)?
Mijn interesse ligt met name in het samenlopen van deze aanpassing en de wetgeving ten aanzien van terugvordering in de Participatiewet
Ik heb de totale analyse tussen de voornemens met betrekking tot de Awb en (de voornemens met betrekking tot) de Participatiewet nu niet gemaakt. Zoals u bekend kent de Participatiewet een zeer streng (door de politiek opgelegde) terugvorderingspraktijk, waarbij het zelfs zo is, dat gemeenten geen of in ieder geval moeilijker een beroep kunnen doen op de Vangnetuitkering, wanneer zij de wet niet strikt uitvoeren.
Graag uw aandacht voor deze samenloop en de gevolgen.

Maak ten aanzien van de kadering van de zienswijze een eenduidige werkwijze en pas zo nodig andere wetten hier op aan.
Met name het artikel wat neerkomt: u moet toch redelijk zijn, ook al is de wet dat misschien niet, is natuurlijk redelijk krankzinnig en onuitvoerbaar.