Wet versterking waarborgfunctie Awb

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Amsterdam
Datum 21 juli 2024

Vraag1

Op grond van de nu geldende bepalingen van de Awb moeten bestuursorganen in bepaalde omstandigheden belanghebbenden om een zienswijze vragen. Zie de artikelen 4:7 en 4:8 Awb (dit kan ook inhouden telefonisch contact opnemen met betrokkene). De huidige bepalingen in de Awb kennen een uitzondering hierop bij financiële beschikkingen (artikel 4:12 Awb). Omdat onjuiste financiële beschikkingen met een groot nadelig gevolg de bestaanszekerheid van de betrokkene aantasten, is in het wetsvoorstel opgenomen dat bestuursorganen in bepaalde omstandigheden toch om een zienswijze moeten vragen. Tegelijk kunnen bestuursorganen die grote aantallen financiële beschikkingen nemen niet steeds onverkort toepassing geven aan de artikelen 4:7 en 4:8 Awb.
De voorgestelde wijziging van artikel 4:12 Awb beoogt hierin het evenwicht te vinden.

Vraag: Bent u van mening dat het met deze wijziging voldoende duidelijk is wanneer bestuursorganen een zienswijze moeten vragen over een financieel besluit? Ziet u nog andere mogelijkheden om in de wet in te kaderen wanneer een zienswijze moet worden gevraagd (bijvoorbeeld via een drempelbedrag of het uitsluiten van processen die zich baseren op op andere wijze geverifieerde registraties)?
Het voorgestelde artikel 4:12 lijkt me een stap in de gewenste richting voor het gestelde doel.
Maar omdat 'het recht van de burger op een gezicht' (onderdeel van het zorgvuldigheidsbeginsel) maatwerk vergt, bepleit ik in bijgevoegd document (punt 5) een kaderverplichting om in gemeentelijke en provinciale verordeningen dit recht uit te werken.

Vraag2

Heeft u opmerkingen bij een of meer onderdelen van dit wetsvoorstel? Wat zou u anders willen zien? Wat ontbreekt er naar uw mening?
Ja, diverse aanvullingen om de geest van het wetsvoorstel nog te versterken.
Zie bijlage.

Bijlage