Waddenzee zonering onbemande luchtvaartuigen
Reactie
Naam | (Wageningen Marine Research) (Bart Noort) |
---|---|
Plaats | Den Helder |
Datum | 2 december 2024 |
Vraag1
U kunt tot en met 2 december 2024 via deze website reageren op alle onderdelen van zowel het besluit als de regeling en de daar bijhorende toelichtingen. We nodigen u uit om onder andere te reageren op de volgende vragen:1. Verwacht u dat de voorgestelde wijzigingen effect hebben op u of uw organisatie en zo ja in welke mate?
2. Wat vindt u van de vijf uitzonderingsgevallen waarin onbemande luchtvaartuigen en drones wel zijn toegestaan?
Ja, Onderzoekers van Wageningen Marine Research (en andere onderdelen van WUR) gebruiken dronevluchten voor onderzoek naar gedrag en voorkomen van onder andere zeehonden, vogels, schelpdieren en vegetatie alsook bij virusuitbraken zoals het vogelgriepvirus. Dronevluchten bieden de mogelijkheid om snel en nauwkeurig metingen uit te voeren. Het is voor onderzoekers van WMR belangrijk dat zij dronevluchten kunnen uitvoeren boven de Waddenzee.
Een onzorgvuldige inzet van drones/uav’s kan vogels en zeezoogdieren verstoren, met name tijdens specifieke periodes. Voor wat betreft zeehonden betreft dit de rust- en kraamplaatsen. Voor wat betreft vogels betreft dit de broedgebieden, de hoogwatervluchtplaatsen (hvp’s) en met name ook de foerageergebieden die tijdens afgaand en opkomend tij gebruikt worden. Ten aanzien van doortrekkende en overwinterende vogels zijn hvp’s en de aanliggende foerageergebieden jaarrond kwetsbaar.
Bij een aanzienlijke stijging van het aantal vliegbewegingen in de Waddenzee kunnen dronevluchten nadelige gevolgen hebben voor de instandhoudingsdoelstellingen van de soorten die hier leven. In mijn ogen zou het daarom verstandig zijn om een specifieke (niet bedoelende "specific" zoals in de dronewereld) ontheffing verplicht te stellen, en dit om de volgende redenen.
1) Omdat op deze manier door een onafhankelijke beleidsmaker een belangenafweging kan maken tussen enerzijds de mogelijke negatieve effecten van verstoring, en anderzijds het belang van de vlucht. In bepaalde situaties kan een drone-meting cruciaal zijn, zoals bij het vaststellen van virusuitbraken, en kan een mogelijke verstoring aanvaardbaar zijn.
2) De noodzaak tot de aanvraag van een ontheffing beperkt de inzet van drones, maar staat dit toch toe wanneer echt nodig. Zo kan het aantal vliegbewegingen beperkt blijven.
3) Gekoppeld aan een dergelijke specifieke ontheffing kunnen strikte richtlijnen worden vastgesteld die duidelijk maken hoe de drones worden ingezet. Dit dwingt de piloot/onderzoeker om kritisch te reflecteren op mogelijke verstoringen op de natuurwaardes van de Waddenzee en beperkt de negatieve effecten van de uitgevoerde vliegactiviteiten.
Ik raad u daarom aan ontheffingen, die toestemming geven om vluchten boven concentraties van vogels en zeehonden te maken, spaarzaam en wel afgewogen te verlenen.