Wet bestemming lichamen van overledenen
Reactie
Naam
|
FARR en GGD Amsterdam (Drs. P. den Brave)
|
Plaats
|
Rotterdam en Amsterdam
|
Datum
|
16 december 2024
|
Vraag1
Het is mogelijk om op alle onderdelen van het voorstel te reageren.
Nog ter aanvulling op mijn eerdere reactie (15/12).
In artikel 13a, lid 1d, wordt de bevoegdheid van politie uitgebreid om temperatuur te meten in openingen of holten van het lichaam van de overledene. Dit lijkt mij onwenselijk. Tot op heden was dit voorbehouden aan een (forensisch) arts, waar naar mijn idee deze handeling ook thuis hoort aangezien het een onderzoek is in het lichaam van een overleden persoon. Ik ben groot voorstander van overlijdensonderzoek in teamverband (met oa FO en districtsrecherche), maar medische handelingen in of aan het lichaam (zoals het meten van de temperatuur) lijken mij voorbehouden aan de arts.
In artikel 14, lid 3, wordt beschreven dat nader onderzoek na het overlijden van een minderjarige alleen kan na overleg met een officier van justitie. Dit kan niet plaatsvinden als de officier een strafbaar feit vermoedt. Dit staat haaks op de huidige NODOK werkwijze en impliceert dat de schouwend arts eerst verslag moet uitbrengen aan een officier van justitie, ook bij de overtuiging van natuurlijk overlijden, en de arts dus zijn beroepsgeheim zal moeten verbreken om de casus toe te lichten met argumenten waarom deze een natuurlijke overlijden vermoedt. Onwenselijk.