Wet bestemming lichamen van overledenen

Reactie

Naam de heer H. Boelkens
Plaats Arum
Datum 10 december 2024

Vraag1

Het is mogelijk om op alle onderdelen van het voorstel te reageren.
Er is grote onrust ontstaan over artikel 15, lid 6, zoals opgenomen in het wetsvoorstel. Naar mijn mening is hier sprake van een tekstuele fout, maar deze interpretatie is niet bevestigd door de Landelijke Organisatie Begraafplaatsen (LOB).

Volgens de consulente van het LOB heeft de heer Steven Meihuizen van het ministerie van BZK aangegeven dat het niet om een fout gaat. Hij zou hebben bevestigd dat het daadwerkelijk de bedoeling is dat kisten en andere lijkomhulsels op de begraafplaats, crematorium of hydrolysatorium geopend worden om het nummer op het identificerende middel te vergelijken met het nummer op het document dat is opgesteld door degene die het lichaam van de overledene in de kist of het lijkomhulsel heeft geplaatst.

Dit zou echter een zeer onwerkbare situatie opleveren en bovendien confronterend kunnen zijn voor nabestaanden. In het bijgevoegde advies leg ik uit waarom ik ervan overtuigd ben dat het hier om een fout in de tekst gaat en waarom deze bepaling in deze vorm niet in de wet mag worden opgenomen.

Daarnaast wil ik waarschuwen dat uitvaartondernemers die nu al de huidige regels omtrent artikel 8 van de Wet op de lijkbezorging proberen te omzeilen, hetzelfde zullen doen met de nieuwe regels. Daarbij zullen zij naar verwachting ook steun vinden bij een deel van hun vakgenoten.

Bijlage