Verkenning verbetering van en draagvlak voor de werkkostenregeling
Reactie
Naam | Rien Vink Loonheffingen (Rien Vink) |
---|---|
Plaats | ENGWIERUM |
Datum | 29 april 2013 |
Vraag1
Vraag 1Ligt uw voorkeur bij:
a) het noodzakelijkheidscriterium als open norm met veel flexibiliteit, waarbij het privévoordeel van noodzakelijke voorzieningen buiten het loonbegrip blijft; of
b) aanpassingen binnen bestaande kaders van de werkkostenregeling, met minder flexibiliteit, maar meer zekerheid door middel van detailregelingen.
Vraag 2
In hoeverre wordt uw voorkeur bepaald door de daarmee samenhangende administratieve lasten?
Vraag 3
In hoeverre bent u bereid een verlaging van het percentage van de vrije ruimte te accepteren in ruil voor een door u gewenste verbetering?
Vraag 4
Beschrijf de voor u wenselijke methode van vaststellen van verschuldigde eindheffing bij overschrijding van de vrije ruimte. Ook kunt u beschrijven de situatie waarin de voorschotmethode per tijdvak onmisbaar is.
1. Het noodzakelijkheidscriterium als open norm is erg aantrekkelijk. Echter vooraf zal duidelijk moeten zijn hoe de bewijslast door de Belastingdienst vorm gegeven zal worden. In SDU / Loonzaken, nummer 3-2013, heb ik daar een voorzet voor gegeven. Het idee is dat als de werkgever de kosten draagt het voor 50% vast staat dat het zakelijk is. Wanneer de gemaakte kosten een directe relatie hebben met de werkzaamheden van de werknemer (voor wie de kosten worden gemaakt) is de bewijslast rond. We moeten voorkomen dat de werkgever een administratie moet aanleggen waarom het iets zakelijks vindt (bedenk dat de werkgever dat vooraf moet beslissen en de Belastingdienst dat pas achteraf (na 5 jaren) hoeft vast te stellen). Het vooraf overleggen met de Belastingdienst of iets wel of niet aan het noodzakelijkheidscriterium voldoet, is namelijk vaak geen oplossing omdat het vooroverleg (brief opstellen, mondelinge bespreking, eventueel overleg kennisgroep enz.) teveel tijd vergt. In de praktijk willen werkgevers graag doorpakken. Mocht het niet mogelijk zijn om duidelijkheid vooraf te verkrijgen over de bewijslastvorm die de Belastingdienst moet hanteren, dan zal de praktijk (uiteindelijk) beter af zijn met aanpassingen binnen de bestaande kaders, zoals onder b opgenomen.
2. Vermindering administratieve lasten is een belangrijke overweging.
3. Het hanteren van een open norm zal er toe leiden dat een aantal zaken minder snel tot het loon zal worden gerekend (tablets bijvoorbeeld), maar andere zaken wellicht minder gemakkelijk kan worden vergoed (mobiele telefoons bijvoorbeeld). De vraag is even hoe de balans zal zijn. Is het zo dat de open norm minder snel leidt tot hogere loonkosten (lijkt van wel) of zullen zaken die nu gericht vrijgesteld zijn of behoren tot een werkplekvoorziening door de open norm sneller tot het loon behoren, vanwege het (hoge) prive element? Na beantwoording van die vraag kan afgewogen worden of verlaging van het fofait acceptabel is.
4. Het voorstel met betrekking tot de afrekening per kwartaal en de concernregeling is zeer acceptabel.