Verkenning verbetering van en draagvlak voor de werkkostenregeling
Reactie
| Naam | Gemeente Smallingerland (M.T. de Wolff) |
|---|---|
| Plaats | Drachten |
| Datum | 12 april 2013 |
Vraag1
Vraag 1Ligt uw voorkeur bij:
a) het noodzakelijkheidscriterium als open norm met veel flexibiliteit, waarbij het privévoordeel van noodzakelijke voorzieningen buiten het loonbegrip blijft; of
b) aanpassingen binnen bestaande kaders van de werkkostenregeling, met minder flexibiliteit, maar meer zekerheid door middel van detailregelingen.
Vraag 2
In hoeverre wordt uw voorkeur bepaald door de daarmee samenhangende administratieve lasten?
Vraag 3
In hoeverre bent u bereid een verlaging van het percentage van de vrije ruimte te accepteren in ruil voor een door u gewenste verbetering?
Vraag 4
Beschrijf de voor u wenselijke methode van vaststellen van verschuldigde eindheffing bij overschrijding van de vrije ruimte. Ook kunt u beschrijven de situatie waarin de voorschotmethode per tijdvak onmisbaar is.
Dit is het derde jaar dat wij gebruik maken van de WKR en wij zijn in principe er zeer tevreden over. Het is een over het algemeen goed werkbaar systeem.
a) Voorkeur gaat uit naar het noodzakelijkheidscriterium.
b) Het percentage mag wijzigen als er meer of minder vergoedingen onder het forfait gaan vallen. Liefst zo weinig mogelijk aanvullende regelingen en uitzonderingen. Verhoging van het forfait met afschaffing van 19 cent vrijstelling per dienstreis zou dus goed kunnen.
c) Suggesties voor vereenvoudiging:
Het verschil tussen vergoeden en verstrekken kan vervallen. Hierbinnen valt uiteindelijk ook te overwegen het afschaffen van de cafetariaregelingen. Immers als het noodzakelijk is dan verstrekt de baas het en als het niet noodzakelijk is dan is er ook geen grond voor fiscale facilitering.
Kantineregeling/maaltijdverstrekking laten vervallen. (eventueel met aanpassing van het forfait.) Het is in veel gevallen niet te doen om de lunches, en de eigen bijdrage bij te houden. Mijn voorstel is beperken tot een redelijkheidstoets, of een minimale norm, van de gehanteerde tarieven in de kantine per verstrekking. In die gevallen waarin alleen een glas melk wordt genomen maakt het hanteren van een normbedrag van € 3,05 voor de werkgever erg duur.
Beperken van registratie tot die kosten die onder forfait vallen. Zoals ook in in 2010 in eerste instantie door de belastingdienst aangegeven. Dus niet hoeven bijhouden wat de nihilwaarderingen of vrijstellingen zijn.
Met kosten ex btw gaan rekenen. Immers, over de dienst is al btw betaald. In de huidige systematiek wordt, bij overschrijding van het forfait, over die btw ook nog 80% eindheffing berekend.
d) Afrekenen per kalenderjaar. Bij ons verschilt de loonsom (en dus het forfait) nogal per tijdvak en ook de onder het forfait vallende kosten. De huidige volloopmethode is voor ons prima.
Voor de lage lonen problematiek zou de systematiek van een gemiddelde loonsom gehanteerd kunnen worden. Of een verhoging van het forfaitpercentage met hantering van een berekening tot de maximale loonsom conform de ZVW-norm.