Verkenning verbetering van en draagvlak voor de werkkostenregeling
Reactie
Naam | Remmerswaal Loonadviseurs (RPP FPC Musters) |
---|---|
Plaats | Bergen op Zoom |
Datum | 5 april 2013 |
Vraag1
Vraag 1Ligt uw voorkeur bij:
a) het noodzakelijkheidscriterium als open norm met veel flexibiliteit, waarbij het privévoordeel van noodzakelijke voorzieningen buiten het loonbegrip blijft; of
b) aanpassingen binnen bestaande kaders van de werkkostenregeling, met minder flexibiliteit, maar meer zekerheid door middel van detailregelingen.
Vraag 2
In hoeverre wordt uw voorkeur bepaald door de daarmee samenhangende administratieve lasten?
Vraag 3
In hoeverre bent u bereid een verlaging van het percentage van de vrije ruimte te accepteren in ruil voor een door u gewenste verbetering?
Vraag 4
Beschrijf de voor u wenselijke methode van vaststellen van verschuldigde eindheffing bij overschrijding van de vrije ruimte. Ook kunt u beschrijven de situatie waarin de voorschotmethode per tijdvak onmisbaar is.
Het noodzakelijkheidcriterium hoeft niet volledig afgebakend te zijn maar moet wel voorzien worden van duidelijke kaders. Het werkplekcriterium dient volledig te vervallen, omdat dit tot praktische problemen leidt.
Er ontstaan dan minder administratieve lasten.
Een aanpassing van het forfait is geen onoverkomelijk probleem.
Vanuit praktisch oogpunt is de voorschotmethode een must. Dit moet voor alle werkgevers beschikbaar zijn, dus ook voor startende werkgevers, want anders heeft de regeling ongewenste neveneffecten.
Voor de praktische uitvoerbaarheid is het nodig om aan te sluiten bij de financiele administratie, zowel qua tijdvak als qua grondslag, dus exclusief BTW.
Verder dient het keuzeregime, WKR of Overgangsregeling, te vervallen. Dit leidt tot onnodige onrust. Door onbekendheid bij werkgever en/of adviseur zullen veel werkgevers bij keuze (onnodig) automatisch kiezen voor de overgangsregeling.