Voorstel voor een Wet op de defensiegereedheid
Reactie
Naam
|
E. Jansen
|
Plaats
|
Eindhoven
|
Datum
|
4 juli 2025
|
Vraag1
Wat vindt u van dit voorstel?
Hoofdstuk 3 rondom eigendommen biedt Defensie vergaande bevoegdheden om activiteiten in de fysieke leefomgeving uit te voeren — zoals bouw, schieten, transport, infrastructuur en grootschalige oefeningen — die kunnen afwijken van bestaande wetten.
Hoewel particuliere eigendommen niet expliciet worden genoemd, kan dit hoofdstuk wel degelijk grote gevolgen hebben voor eigendommen van burgers.
?? Belangrijkste implicaties voor eigendommen van burgers
1. Afbakening bestaande wettelijke bescherming wordt doorbroken
?? Dit betekent dat vergunningen, inspraakprocedures, milieutoetsen en bezwaarrechten (normaal verankerd in deze wetten) kunnen wegvallen of worden ingeperkt.
2. Ook mogen Ffysieke activiteiten nabij of op burgergronden
Bijvoorbeeld onder artikel 3.1 lid 2 sub c t/m i kunnen militaire werkzaamheden plaatsvinden die burgers kunnen raken. Zoals
Bouw- en sloopactiviteiten met Geluid, trillingen, bouwschade, tijdelijk gebruik van naburige percelen, tijdelijke huisvesting of kampeerlocaties vlakbij woningen, wegen afsluiten, leidingen of installaties op of over privé-grond
?? Zelfs zonder expliciete onteigening kan de feitelijke gebruikswaarde van eigendom verminderen.
3. Geen expliciet recht op schadevergoeding of beroep
De tekst van hoofdstuk 3:
Bevat geen voorziening voor schadevergoeding bij planschade, milieuschade of gebruiksbeperking;
Stelt geen verplichte betrokkenheid van eigenaars of omwonenden,
Suggereert wel mitigatie bij natuurschade (artikelen 3.3 en 3.4), maar niet bij burgers of bedrijven.
?? Dit kan in de praktijk leiden tot rechtsonzekerheid voor burgers, tenzij hier aanvullende regelingen (zoals via de Omgevingswet) alsnog voorzien in rechtsbescherming.
?? Conclusie
Hoewel hoofdstuk 3 burgers niet expliciet noemt, kan het wel ingrijpende gevolgen hebben voor hun eigendommen, vooral in gebieden waar Defensie grootschalige of structurele activiteiten plant. De combinatie van uitzonderingsbevoegdheden, het ontbreken van inspraak- en compensatierechten, en het gebruik van ruimte die normaal door het bestuursrecht wordt beschermd, maakt dit hoofdstuk juridisch gevoelig.
Het verdient sterke aanbeveling om in de uiteindelijke wet:
1. Eigendomsrechten expliciet te beschermen;
2. Verwijzingen naar schadecompensatie op te nemen;
3. Procedures voor participatie en bezwaar vast te leggen.