Voorstel voor een Wet op de defensiegereedheid
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Thuis
|
Datum
|
8 juni 2025
|
Vraag1
Wat vindt u van dit voorstel?
Twee jongens op het schoolplein vliegen elkaar in de haren. Ze willen allebei de schommel voor zichzelf.
(“Ik had hem eerst” “Nietes, ik had hem al voor jou en jij hebt hem stuk gemaakt” “Niet waar en de schommel is van mij”
“Nietes” “Welles”)
Gelukkig is daar de juf. Deze jongens zijn geen van beide lievertjes, zo weet ze. Toch staat ze achter de kleine jongen, want die bezorgt haar de minste kopzorgen. Die grote daarentegen luistert vaak zo slecht naar haar.
Ook nu weigert hij gewoon de schommel op te geven! Al haar bedreigingen en bestraffingen ten spijt.
De juf spreekt in de klas haar zorgen uit over de grote jongen. Ze waarschuwt dat hij van iedereen zomaar iets (of alles) kan gaan afpakken.
Veel kinderen worden nu toch wel bang. Ze willen middelen om zich te kunnen verdedigen. Ze rukken takken van bomen en struiken, wrikken tegels los uit het schoolplein en bouwen bunkers van tafels en stoelen uit het klaslokaal.
Dit alles verdient prioriteit, zo vindt de juf. Ze stelt voor dat minder dringende zaken zoals lessen en schoolregels niet langer een belemmering mogen vormen voor het bieden van veiligheid en bescherming van haar klas tegen deze (en de volgende en de volgende) kwaadwillende ellendeling.
Vervolgens vraagt ze mij wat ik van haar voorstel vind en ik kan gewoon geen woorden vinden.
Iets met ‘te bespottelijk’ …