Wet toetreding zorgaanbieders en Aanpassingswet Wtza

Reactie

Naam WoondroomZorg (drs A. Rhebergen)
Plaats Geldermalsen
Datum 28 oktober 2016

Vraag1

Uit de evaluatie van de IGZ-pilot nieuwe zorgaanbieders in 2014 is gebleken dat de IGZ onvoldoende in staat is een snelle toets uit te voeren om te beoordelen of een startende zorgaanbieder in staat is goede zorg te verlenen. In paragraaf 3 van het wetsontwerp Wet toetreding zorgaanbieders staat de probleemanalyse.

Denkt u dat de in het wetsontwerp opgenomen meldplicht en vernieuwde vergunningsprocedure een goed instrument is om de in paragraaf 3 beschreven probleemanalyse op te lossen? Of bent u van oordeel dat er andere, betere manieren zijn om de beschreven problemen op te lossen. Zo ja, welke mogelijkheden ziet u?
Dat hangt er vanaf wat de inhoud is van de meldplicht. Welke gegevens worden gevraagd en hoe worden deze geinterpreteerd? Hoe is de relatie tussen de gevraagde gegevens en de interpretatie daarvan met de doelstelling van de wet?
Blijkbaar heeft de inspectie in de pilot ook geconstateerd dat er een gebrek aan kennis is bij nieuwe zorgaanbieders. Dat is een belangrijk probleem. De inspectie ziet het niet als haar taak om die informatie te verschaffen, wie dan wel? Kan er als resultaat van de melding door de inspectie worden verwezen naar toegankelijke vindplekken voor informatie?
Een groot gevaar van deze aanpak is dat de noodzakelijke vernieuwing in de zorg wordt gefrustreerd. Het uitgangspunt is duidelijk het systeem, niet de client. De nieuwe wet lijkt de mogelijke misstanden te willen aanpakken, maar zoekt dat in versterking van de oude kaders en werkt feitelijk naar een institutionalisering van nieuwe initiatieven. Dat kan niet de bedoeling zijn.

Ik maak mij zorgen over hoe deze meldingsplicht uitpakt voor ouderinitiatieven en voor zorgcooperaties. Daar lijkt de meldingsplicht mij niet geschikt voor. Een ouderinitiatief zal in het algemeen ook niet kunnen voldoen aan bv de voorwaarden aan de bestuursstructuur. Dat beperkt de mogelijkheden van nieuwe ouderinitiatieven op onaanvaardbare wijze.
De meldingsplicht wordt uitgebreid naar PGB-gefinancierde zorg. Hoewel daar begrip voor valt op te brengen, is de kern van een pgb juist de eigen regie, waardoor de pgb houder zelf in grote mate moet kunnen bepalen wat de kwaliteit is. Mogelijk is een aantal pgb-houders of hun vertegenwoordigers daartoe niet in staat; dan moet worden voorkomen dat deze een pgb krijgen, in plaats van de eigen regie van de pgb houder op deze wijze in te perken.
Zou een makkelijker toegang/melding van clienten niet meer resultaat opleveren?

Vraag2

Is voor u duidelijk wat bij de vergunningsplicht moet worden verstaan onder ‘medisch specialistische zorg’?
Ja

Vraag4

Zijn er nog andere onderdelen van het wetsontwerp waarover u iets wilt zeggen?
De omvang van instellingen die onder de reikwijdte vallen wordt bepaald door: " in de regel 10 personen of meer werkzaam zijn". Hierdoor zullen veel pgb-gefinancierde ouderinitiatieven in de WLZ onder de wet vallen. Het aantal personen zou omhoog moeten naar 20 om dit te ondervangen. Beter zou zijn, als men personen als omvangscriterium wil gebruiken, het aantal fte. Maar nog beter en logischer is het aantal uren zorg dat wordt verleend. Wij willen graag meewerken om daar een goede maat voor uit te werken.