Wet aanpassing Wob
Reactie
|
Naam
|
ing F.R. de Meer
|
|
Plaats
|
Akersloot
|
|
Datum
|
4 juli 2012
|
Vraag1
Heeft u opmerkingen bij de voorstellen tot aanpassing van de Wob zoals deze op dit moment zijn opgenomen in het voorstel?
De afweging van de eventuele onredelijkheid van het verzoek mag nooit bij de gevraagde instantie liggen. Hiermee staat de deur wijd open om onredelijkheid te verwarren met lastig. maw een verzoek tot informatie in het kader van de WOB moet gewoon ingewilligd worden. Bovendien is het stuitend om de mogelijkheid van bezwaar tegen toepassing van het voorgestelde art3a sub 1b niet op te nemen in de regeling. Zelfs aan enige motivatie van afwijzing ontbreekt kennelijk. Uiteraard is in overleg met de indiener alles mogelijk zonder dat er onredelijk veel informatie verzameld en gegeven moet worden. De stelling dat het "in deze tijd van bezuinigen.....enz" is niet meer dan een laagje suiker om de bittere pil te verdoezelen. Gaan we terug naar de achterkamertjes waar al zoveel besloten wordt. Dat kan toch niet waar zijn.
Vraag2
Bestaat behoefte aan de artikelen 7a, 7b en 7c van het wetsvoorstel?
Ja. Met name het toch onder voorwaarden de gevraagde informatie verstrekken is te prevaleren boven afwijzen van het verzoek. Bovendien zouden verzoeken die betrekking hebben op de persoonlijke informatie die de overheid over een persoon of nauw verwante verzameld heeft verplicht geleverd moeten worden tenzij de verzoeker niet mee wil werken aan eventuele voorwaarden. Daarmee zet hij zichzelf buiten spel.
Met betrekking tot het huidige art11 lid 2 "Over persoonlijke beleidsopvattingen ..enz" betreur ik het dat een democratisch openbaar bestuurder kennelijk zijn/haar beleidsopvattingen geheim wil houden. Tenzij daar de persoonlijke veiligheid oid van de betreffende bestuurder daaraan ten grondslag ligt.
