Wet afschaffing abonnementstarief Wmo 2015

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Den Haag
Datum 22 januari 2024

Vraag1

Wat is uw reactie op het ontwerp van de wettekst?
Er wordt in het wetsvoorstel geen onderscheid gemaakt in mensen met een levenslange beperking en mensen die door ouderdom ondersteuning, hulpmiddelen en aanpassingen nodig hebben. Mensen met een levenslange beperking, hebben deze vaak al van jongst-af-aan of relatief vroeg in hun leven gekregen. Zij krijgen vaak vroeg in hun leven door hun handicap jaar in, jaar uit met een stapeling van extra (zorg)kosten als gevolg van hun handicap te maken. Kosten die mensen zonder beperking, niet hoeven te maken. Kosten die volgens onderzoek* de afgelopen jaren flink zijn gestegen, terwijl compensatieregelingen juist zijn versoberd (*Ieder(in) Onderzoeksrapport Stapeling van Zorgkosten 2021). Kosten waarmee mensen met een levenslange beperking mee worden geconfronteerd vaak ook in een fase dat zij hun leven nog aan het opbouwen zijn (werk, wonen, samenwonen, kinderen opvoeden etc.). Dit is niet vergelijkbaar met de situatie van de mensen die door ouderdom zorg en ondersteuning nodig hebben. In principe is te voorzien dat iemand op leeftijd vroeg- of laat zorg- en ondersteuning nodig heeft, zodat men hiervoor zou kunnen reserveren.
Juist die stapeling van zorgkosten op allerlei terreinen voor chronisch zieken en gehandicapten was een aantal jaar geleden reden voor het kabinet om het abonnementstarief in te voeren! En nu, na relatieve korte tijd, wil het kabinet deze regeling weer afschaffen! Dit geeft geen blijk van een betrouwbare overheid en geeft onzekerheid bij de groep die – levenslang - afhankelijk is van deze hulp. Hulp die geen keuze is, maar een noodzaak!
Zonder mensen met een levenslange beperking daarom uit van de inkomens- en vermogensafhankelijke eigen bijdrage WMO.

Sowieso is het inkomen vanaf wanneer men een hogere eigen bijdrage verschuldigd is, te laag vastgesteld. Al vanaf een inkomen van 120% van het sociaal minimum begint iemand een hogere eigen bijdrage te betalen. Juist de lagere midden- en middeninkomens worden door het wetsvoorstel met extra kosten geconfronteerd, terwijl deze groepen het in het economische klimaat financieel zwaar hebben. In het voorstel blijven de echt rijken mensen juist buiten schot.

Vraag2

Wat is uw reactie op het ontwerp van de memorie van toelichting?
Er wordt niet uitgelegd in de toelichting op het wetsvoorstel wat voor gevolgen de invoering van de inkomens- en vermogensafhankelijke eigen bijdrage heeft op de participatie van mensen met een handicap of chronische ziekte. Wat voor invloed hebben deze extra kosten op werk en inkomen, de impact op gezin(svorming), gezondheid en hun sociale leven?
Verder wordt in het wetsvoorstel niet uitgelegd hoe de invoering van de inkomens- en vermogensafhankelijke eigen bijdrage WMO zich verhoudt tot het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Een toetsing van het voorstel aan het VN-verdrag zou wel moeten (zie ook de handreiking Wetgeving en het VN-verdrag handicap, College voor de Rechten van de Mens) en getuigt ook van het feit dat de overheid de positie van mensen met een handicap serieus neemt. Wat draagt het voorstel bij aan de participatie van mensen met een beperking in de samenleving?

Vraag3

Voor de eigen bijdrage voor algemene voorzieningen zijn twee beleidsopties opgenomen die ter internetconsultatie worden voorgelegd (zie hiervoor paragraaf 3.3. in de Memorie van toelichting). Wat is uw reactie op de twee opties?
De regels van de WMO moeten zoveel mogelijk landelijk worden bepaald. Je ziet nu ook al dat er veel verschil zit in hoe gemeentes uitvoering geeft aan de WMO. In de ene gemeente moet je vechten voor een passende voorziening, in de andere gemeente gaat het zonder problemen. Dat gemeente volgens optie 2 zelf invulling moeten geven aan het begrip “financieel passend”, is vaag. En kan zorgen voor nog meer (rechts)ongelijkheid.