Wet basisverzekering arbeidsongeschiktheid zelfstandigen

Reactie

Vraag1

Met betrekking tot artikel 56b, lid 3:

Het is mooi dat de premie niet verschuldigd is met ingang van de eerste dag van de maand waarin de zelfstandige de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. Dat betekent helaas wel dat de zelfstandige die één jaar (de voorgestelde wachttijd) voor het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd niet ziek en niet arbeidsongeschikt is, nog bijna een jaar lang premie betaalt, terwijl duidelijk is dat de verzekering nooit meer een cent gaat uitbetalen. Als de betreffende zelfstandige in het laatste jaar voor pensionering alsnog ziek of arbeidsongeschikt wordt, verstrijkt de wachttijd immers pas na het moment van pensionering, terwijl een eventuele uitkering zou eindigen op het moment van pensionering. De verzekerde wordt dus een jaar lang premie uit de zak geklopt zonder dat er iets tegenover staat.

De premieplicht zou dus eigenlijk al een jaar vóór het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd moeten eindigen.

Er zou ook een overgangsregeling moeten komen waarin wordt bepaald dat zelfstandigen die de pensioengerechtigde leeftijd bereiken binnen 52 weken na het tijdstip van inwerkingtreding van de wet, überhaupt niet onder deze verzekeringsplicht vallen. Ook voor hen is het immers duidelijk dat zij nooit en te nimmer in aanmerking zullen komen voor een uitkering uit hoofde van deze voorgestelde verplichte verzekering.