Wet drempelverlaging omgang grootouders
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Tilburg
|
Datum
|
9 juli 2022
|
Vraag1
Wilt u reageren op het voorontwerp van de Wet drempelverlaging omgangsverzoeken en grootouders? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Als ouder die er zogezegd 'tussenin zit' ben ik geen voorstander van de introductie van het bewijsvermoeden. Ook al gaat het hier enkel om de ontvankelijkheid, als verwerende partij word je opgezadeld met een stuk bewijslast in een procedure waar je niet om hebt gevraagd.
Heeft de regering nagedacht hoe dit in de praktijk uitpakt? In mijn situatie heb ik meerdere ongewenste contactpogingen moeten afhouden, die weliswaar de stalkingsdrempel niet haalden, maar toch als grensoverschrijdend en zeer onaangenaam heb ervaren. Wordt nu van mij verlangd aan de hand van bepaalde gebeurtenissen te onderbouwen dat er geen nauwe persoonlijke betrekking tussen grootouder en kleinkind bestaat?
Hoe ontzenuw je het wettelijke bewijsvermoeden in deze situatie? Schriftelijke bewijsstukken ontbreken doorgaans. In een dergelijke situatie ben je dan aangewezen op getuigenverklaringen van mensen die je überhaupt niet in deze situatie wilt betrekken. Terecht wordt in de MvT opgemerkt dat kinderen in loyaliteitsconflicten terecht kunnen komen.
Kortom, laat die bewijslast waar deze hoort (dus bij de eisende partij). Indien er voldoende aanknopingspunten zijn om een familierechtelijke betrekking tussen grootouder en kleinkind aan te nemen, dan kan de eisende partij dat met stukken onderbouwen. Zo niet, dan laat de conclusie zich raden.