Wet passende eigen bijdrage huishoudelijke hulp

Reactie

Vraag1

Uitbreiden naar meerdere voorzieningen
Uit het meerjarig monitoronderzoek blijkt dat ook bij de woningaanpassingen en de hulpmiddelen een aanzuigende werking ontstond. Alhoewel minder dan bij de hulp bij het huishouden. Ook voor woningaanpassingen en hulpmiddelen zou de toepassing van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage passend zijn. Inhoudelijk sluit dit meer aan bij de uitgangspunten van de Wmo waar vanuit eigen kracht en zelfredzaamheid hogere inkomensgroepen zelf een bijdrage leveren aan passende oplossingen. Met de komst van het abonnementstarief worden de trapliften in villa’s geplaatst waarbij de bijdrage door de bewoners slechts 19,- per maand betreft. Dit is maatschappelijk lastig uit te leggen.
Passende structurele compensatie aan gemeenten voor deze aanzuigende werking is tot op heden uitgebleven. Indien deze compensatie uitblijft is beleidsruimte noodzakelijk om passende maatregelen te treffen om de toename van zorgkosten op te kunnen vangen.
Invoeringsdatum
Ingangsdatum van de regeling staat gepland op 1 januari 2025. Bij de invoering van het abonnementstarief is de invoering versneld door via een AMvB vooruitlopend op de wetswijziging om het abonnementstarief in te voeren. Ook bij het terugdraaien van het abonnementstarief kan voor dezelfde oplossing worden gekozen om de stijgende zorgkosten bij gemeente op te vangen.
Besparing van 95 mln
1. Het gedragseffect van de regeling wordt ingeschat op 95mln. Het is zeer de vraag of deze aanname ook werkelijk gerealiseerd gaat worden. Monitoring is nodig om dit te beoordelen en bij het uitblijven van dit effect dient dit effect met terugwerkende kracht te worden bijgesteld. Huidige toezegging voor een monitor ontbreekt in de regeling. Deze dient te worden toegevoegd.
2. Invoering van het abonnementstarief laat grote verschillen per gemeente zien. Het is de vraag of deze grote verschillen ook weer gaan optreden bij het gedragseffect van deze regeling. Het zou wenselijk zijn als de huidige verdeelsleutel wordt geëvalueerd op basis van de geconstateerde verschillen.

Vraag2

Ja. Uitblijven van de ingeschatte besparing van 95mln zijnde het gedragseffect.

Vraag3

1. Het gedragseffect van de regeling wordt ingeschat op 95mln. Het is zeer de vraag of deze aanname ook werkelijk gerealiseerd gaat worden. Monitoring is nodig om dit te beoordelen en bij het uitblijven van dit effect dient dit effect met terugwerkende kracht te worden bijgesteld. Huidige toezegging voor een monitor ontbreekt in de regeling. Deze dient te worden toegevoegd.
2. Uitbreiden van de regeling naar woningaanpassingen en hulpmiddelen omdat daar ook objectief is vastgesteld dat er sprake is van een aanzuigende werking.
3. Via een AMvB de regeling invoeren met ingang van 1 januari 2024.