Wet kostenverhaal huisvesting vergunninghouders

Dit wetsvoorstel strekt ertoe gemeenten te verplichten de kosten te vergoeden die het Rijk maakt voor de verlengde opvang van vergunninghouders (verblijfsgerechtigden) doordat gemeenten niet voldoen aan hun taakstelling om die vergunninghouders te huisvesten.

Consultatie gegevens

Publicatiedatum 13-10-2016
Einddatum consultatie 23-11-2016
Status Gesloten
Type consultatie Wet
Organisatie Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Onderwerpen Huren en verhuren Gemeenten Provincies Organisatie en beleid

Publicatie reacties

Reacties worden gepubliceerd nadat de consultatie is gesloten. Alleen die reacties worden gepubliceerd waarvan is aangeven, door de inzender, dat deze openbaar mogen zijn.

Doel van de regeling

Het hoofddoel van dit wetsvoorstel is het creëren van een grondslag voor het verhalen van de kosten voor de verlengde opvang van vergunninghouders bij het COA als gevolg van de niet behaalde taakstellingen voor huisvesting door gemeenten.

In de Huisvestingswet 2014 is een halfjaarlijkse taakstelling geregeld, op grond waarvan gemeenten elk halfjaar een bepaald aantal vergunninghouders dienen te huisvesten. Niet alle gemeenten halen deze taakstelling. Daardoor blijven vergunninghouders langer in de opvang van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) dan gewenst en blijft het COA (en daarmee het Rijk) onnodig lang de kosten van hun opvang dragen. Daarom wordt voorgesteld de genoemde kosten door te berekenen aan de gemeenten die in gebreke zijn met het behalen van hun taakstelling. Een belangrijk bijeffect is dat het doorberekenen van de kosten een motiverende werking kan hebben om aan de taakstelling te voldoen. Als gemeenten voldoen aan hun taakstelling wordt de druk op het COA verminderd, omdat het COA minder opvangcapaciteit beschikbaar hoeft te houden. De opvangcapaciteit kan dan gerichter worden ingezet voor het primaire doel van de opvang: het huisvesten van asielzoekers die (nog) geen vergunning hebben. Bovendien kunnen vergunninghouders sneller beginnen met integreren in Nederland.

Doelgroepen die door de regeling worden geraakt

Dit wetsvoorstel heeft hoofdzakelijk gevolgen voor gemeenten die hun taakstelling zonder verschoonbare redenen niet halen, omdat zij de financiële gevolgen daarvan in rekening gebracht krijgen.

Daarnaast wordt er aan de provincies gevraagd om het rijk te informeren bij het voornemen tot indeplaatsstelling in het kader van het interbestuurlijk toezicht. Zij kunnen tot dit voornemen komen indien ze vaststellen dat er geen sprake is van verschoonbare redenen voor het niet halen van de taakstelling. Deze regeling raakt de provincie slechts beperkt, daar waar dit al staand beleid is.

Verwachte effecten van de regeling

Het verwachte effect van het wetsvoorstel is het voorkomen van het ongewenst lang verblijven van vergunninghouders in opvanglocaties van het COA. Daarnaast geldt dat een belangrijk bijeffect is dat het doorberekenen van de kosten een motiverende werking kan hebben om aan de taakstelling te voldoen. Als gemeenten voldoen aan hun taakstelling wordt de druk op het COA verminderd, omdat het COA minder opvangcapaciteit beschikbaar hoeft te houden. De opvangcapaciteit kan dan gerichter worden ingezet voor het primaire doel van de opvang: het huisvesten van asielzoekers die (nog) geen vergunning hebben. Bovendien kunnen vergunninghouders sneller beginnen met integreren in Nederland.

Doel van de consultatie

Via deze consultatie worden gemeenten, provincies en andere betrokkenen geïnformeerd over onderhavig wetsvoorstel. Ook wordt aan hen de gelegenheid geboden om een reactie te geven op het voorstel.

Op welke onderdelen van de regeling wordt een reactie gevraagd

In het bestuurs- en uitwerkingsakkoord verhoogde asielinstroom hebben Rijk en gemeenten afgesproken dat het niet langer vanzelfsprekend kan zijn dat gemeenten die niet voldoen aan de taakstelling voor het huisvesten van vergunninghouders daar geen financieel nadeel van ondervinden, dit in tegenstelling tot gemeenten die zich aan die verplichting onttrekken. In vervolg hierop is aan de landelijke regietafel verhoogde asielinstroom (LRT) besproken dat dit betekent dat de kosten die het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) maakt als vergunninghouders langer in de COA-opvang blijven doordat gemeenten niet voldoen aan de taakstelling, op gemeenten zullen worden verhaald, tenzij een gemeente niet kan worden verweten de taakstelling niet te hebben gehaald.

Daarmee is het principe van een kostenverhaal bij niet voldoen aan taakstelling onderdeel van gemaakte bestuurlijke afspraken. Het is daarmee vooral de uitwerking waarop een reactie wordt gevraagd en niet het oorspronkelijke voornemen.

Meer informatie

  • Beantwoording vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK)