Wet bevordering mediation
Reactie
Naam | Jeugdzorg Nederland (drs. C. Verkerk) |
---|---|
Plaats | Utrecht |
Datum | 30 september 2016 |
Vraag1
1. Dragen de in het wetsvoorstel opgenomen maatregelen naar uw mening bij aan het stimuleren van het gebruik van mediation?2. Welke andere maatregelen zijn denkbaar om het gebruik te stimuleren?
3. Welke (overige) effecten van de voorgenomen maatregelen verwacht u?
Jeugdzorg Nederland wil graag reageren. Het betreft artikel 278 Rv. De organisaties voor Jeugdbescherming (gecertificeerde instellingen) vinden dat het onwenselijk is als deze bepaling van toepassing is op verzoekschriften in het kader van kinderbeschermingsmaatregelen.
Bij artikel 278 Rv wordt een lid wordt toegevoegd:
2. Het verzoek vermeldt of door partijen getracht is om door de toepassing van mediation tot een oplossing voor hun geschil te komen alsmede, indien mediation niet is toegepast, de reden daarvan.
Toelichting:
Deze bepalingen stellen eisen aan de dagvaarding (artikel 111 Rv) en het verzoekschrift (artikel 278 Rv). In deze procesinleidende stukken dient opgenomen te worden of partijen mediation hebben toegepast en zo nee, waarom niet. Partijen dienen zich er rekenschap van te geven dat er methoden van buitengerechtelijk geschillenbeslechting zijn die kunnen worden beproefd alvorens de rechter wordt geadieerd. De rechter kan aan de hand van de motivering bezien of er niet alsnog aanleiding bestaat om partijen te bewegen het geschil via minnelijke weg op te lossen al dan niet met behulp van een beëdigd mediator.
Reden voor de reactie van Jeugdzorg Nederland is, dat zou betekenen dat in alle verzoekschriften een dergelijke passage moet komen te staan, terwijl de meeste verzoekschriften niet zonder rechterlijke toets kunnen worden afgedaan (voorbeelden: verlenging van de maatregel, verzoek MUHP, toestemming wijziging verblijfplaats, voogdijoverdracht etc.)