Wet op het lerarenregister
Reactie
Naam | MBOAmersfoort (g. eerdmans) |
---|---|
Plaats | Amersfoort |
Datum | 12 februari 2015 |
Vraag1
Denkt u dat met het voorgestelde wettelijk verplichte lerarenregister leraren adequaat worden gestimuleerd om stelselmatig te werken aan hun professionele ontwikkeling?onvoldoende. zij-instromers die nog niet beschikken over of bezig zijn met het behalen van een ped.did. getuigschrift of 2e graads lerarenopleiding dreigen bij benoeming niet in het register te komen. dat zet een rem op het aannemen van zij-instromers en daarmee op de samenwerking en uitwisseling tussen onderwijs en bedrijfsleven, terwijl de behoefte aan zij-instromers alleen maar toeneemt.
Vraag2
Denkt u dat de drie elementen van het wetsvoorstel – lerarenregister, omschrijving van het beroep en professionele ruimte – bijdragen aan versterking van de positie van leraren in de school?het wetsvoorstel onderbouwt niet waarom er een noodzaak is om de positie van de docent in het mbo te versterken.
in het professioneel statuut zijn afspraken gemaakt over de zeggenschap van de leden van het onderwijsteam. Het mbo is georganiseerd in teams die gezamenlijk verantwoordelijkheid dragen voor de kwaliteit van een opleiding.
Vraag4
Ziet u de opname van de artikelen die zien op de vorm en inhoud van het lerarenregister in de Wet op het onderwijstoezicht als passend?onvoldoende. Termen als bevoegdheid, bekwaamheid, leraar en docent hebben in de WEB een andere betekenis dan bij het PO en het VO.
Een goed werkend lerarenregister zou onderwijstoezicht juist overbodig moeten maken.
Vraag5
Op basis van welke aanduiding van hun positie kan dit voorstel het beste recht doen aan de zij-instromers in het mbo?* zie toelichting op vraag 5 onder documenten.
de beste aanduiding is dat de zij-instromer bij benoeming een volwaardige opname krijgt in het lerarenregister. Eventueel met een aspirant aanduiding ivm nog aan de wettelijke verplichting moeten voldoen.