Wet op het lerarenregister

Reactie

Naam de Lindenborg (scholengemeenschap) (Drs en BA A de Vries)
Plaats Leek
Datum 8 februari 2015

Vraag1

Denkt u dat met het voorgestelde wettelijk verplichte lerarenregister leraren adequaat worden gestimuleerd om stelselmatig te werken aan hun professionele ontwikkeling?
Nee. Als het goed is, werkt een leraar uit intrinsieke motivatie aan verdere bekwaamheden. Zo'n register is daarvoor niet nodig en ook niet wenselijk. Hoogstens zijn stimulansen vanuit de schoolleiding nodig.

Vraag2

Denkt u dat de drie elementen van het wetsvoorstel – lerarenregister, omschrijving van het beroep en professionele ruimte – bijdragen aan versterking van de positie van leraren in de school?
Zeker niet. Het is en blijft vermoedelijk een dood document.

Vraag3

Denkt u dat met het zichtbaar maken van de mate waarin onderwijs wordt gegeven door leraren die nog aan de bekwaamheidseisen moeten voldoen, in het voortgezet onderwijs voldoende stimulans ontstaat om het onbevoegd lesgeven terug te dringen?
Nee. Onbevoegd lesgeven heeft vooral te maken met het niet beschikbaar zijn van bevoegden. Soms ligt het ook aan het feit dat een gering aantal uren in de bovenbouw vacant is, waardoor men liever een tweedegrader voor die paar uren vraagt dan een sollicitatierknde te houden om een bevoegde eerstegrader binnen te halen.

Vraag4

Ziet u de opname van de artikelen die zien op de vorm en inhoud van het lerarenregister in de Wet op het onderwijstoezicht als passend?
U stelt deze vraag krakkemikkig, waardoor ik hem drie keer moest lezen... Antwoord is nee.

Vraag5

Op basis van welke aanduiding van hun positie kan dit voorstel het beste recht doen aan de zij-instromers in het mbo?

* zie toelichting op vraag 5 onder documenten.
De vraag is te onduidelijk om deze te kunnen beantwoorden.