Wet op het lerarenregister
Reactie
Naam | Mencia de Mendozalyceum (Dhr. D.J.C. van den Einde) |
---|---|
Plaats | Breda |
Datum | 23 februari 2015 |
Vraag1
Denkt u dat met het voorgestelde wettelijk verplichte lerarenregister leraren adequaat worden gestimuleerd om stelselmatig te werken aan hun professionele ontwikkeling?Nee, iets verplicht stellen is geen manier om iets te stimuleren. Als ik mijn leerlingen wil stimuleren probeer ik ze enthousiast te maken en leg ik ze geen verplichtingen op. Als je een docent wilt stimuleren om te werken aan professionele ontwikkeling moet je hem daarvoor enthousiast maken. Dat betekent dus een relevant aanbod en voldoende tijd om hier gebruik van te maken.
Vraag2
Denkt u dat de drie elementen van het wetsvoorstel – lerarenregister, omschrijving van het beroep en professionele ruimte – bijdragen aan versterking van de positie van leraren in de school?Nee, ik zie niet in hoe dat verband houdt met elkaar. Het suggereert ook dat de docent op dit moment een zwakke positie heeft in de school. Ik ervaar dat niet zo.
Vraag3
Denkt u dat met het zichtbaar maken van de mate waarin onderwijs wordt gegeven door leraren die nog aan de bekwaamheidseisen moeten voldoen, in het voortgezet onderwijs voldoende stimulans ontstaat om het onbevoegd lesgeven terug te dringen?Ik vind dat een zwakke analyse. Waarom wordt er onbevoegd lesgegeven, waarom halen scholen nog niet afgestuurde docenten binnen? Omdat er te weinig aanbod is van gekwalificeerde docenten. Dat probleem moet worden opgelost. Onbevoegd lesgeven is een kwalijke zaak, maar vindt zijn oorzaak in een ander probleem. Los dat probleem op.
Vraag4
Ziet u de opname van de artikelen die zien op de vorm en inhoud van het lerarenregister in de Wet op het onderwijstoezicht als passend?Ik vind het hele lerarenregister een diskwalificatie van de professionaliteit van mij als docent. Al jarenlang sta ik voor de klas zonder bij- of nascholingscursussen en ik word door leerlingen en door de school beoordeeld als "excellent". Ik bevorder mijn professionaliteit door zelf na te blijven denken over hoe ik mijn lessen kan verbeteren. Ik praat met collega's, ik praat met leerlingen, ik lees artikelen. Als dat lerarenregister er komt moet ik dus cursussen gaan volgen of een administratie bij gaan houden van wat ik doe ter professionalisering. Ik vind dat denigrerend en getuigen van wantrouwen.
Vraag5
Op basis van welke aanduiding van hun positie kan dit voorstel het beste recht doen aan de zij-instromers in het mbo?* zie toelichting op vraag 5 onder documenten.
geen mening