Wet op het lerarenregister

Reactie

Naam Het Baarnsch Lyceum (- CJA van Bueren)
Plaats Baarn
Datum 24 februari 2015

Vraag1

Denkt u dat met het voorgestelde wettelijk verplichte lerarenregister leraren adequaat worden gestimuleerd om stelselmatig te werken aan hun professionele ontwikkeling?
Nee, een lerarenregister is geen afdoende stimulans, het is zelfs de vraag of het een stimulans kan zijn. Een register registreert, niet meer, niet minder.
Kwalitatief hoge opleidingen en strenge eisen aan het eind van die opleiding zijn een betere stimulans, dit gecombineerd met een goed salaris en goede arbeidsomstandigheden. Dan zullen de besten uit de maatschappij zich melden voor onderwijs, wat nu niet het geval is.

Vraag2

Denkt u dat de drie elementen van het wetsvoorstel – lerarenregister, omschrijving van het beroep en professionele ruimte – bijdragen aan versterking van de positie van leraren in de school?
Professionele ruimte moet aan de leraren teruggegeven worden. Het is de vraag of deze wet die ruimte die leraren ooit verloren hebben, weer terug kan geven.

Vraag3

Denkt u dat met het zichtbaar maken van de mate waarin onderwijs wordt gegeven door leraren die nog aan de bekwaamheidseisen moeten voldoen, in het voortgezet onderwijs voldoende stimulans ontstaat om het onbevoegd lesgeven terug te dringen?
Nee. Een lerarenregister is geen middel om te stimuleren. Een register registreert wat het geval is.
De beroepsgroep van leraren lijdt aan een slecht imago. Decennia onderwijsbeleid hebben slechte arbeidsomstandigheden en lage salarissen veroorzaakt vergeleken bij gelijk opgeleiden buiten de onderwijssector. Wil de overheid stimuleren dat jongeren leraar worden en dus bevoegde (!) leraren worden, dan zal zij langs de weg van beloning en goede werkomstandigheden dat moeten doen, opdat de besten van de maatschappij zich voor het onderwijs melden. Voor de besten is bevoegdheid en bekwaamheid geen probleem. Het lerarenregister maakt dat dan transparant.

Vraag4

Ziet u de opname van de artikelen die zien op de vorm en inhoud van het lerarenregister in de Wet op het onderwijstoezicht als passend?
Het is uit den boze dat de overheid en de werkgevers (PO-raad, VO-raad, etc) zich bemoeien met het lerarenregister. Dit register is er voor en van leraren. De beroepsgroep dient autonoom te zijn bij de ontwikkeling en handhaving van het register. Beroepsorganisaties van leraren dienen daarover te gaan, niet partijen buiten die beroepsorganisaties. De gedachte als zou de overheid hierin een verantwoordelijkheid hebben, berust op een denkfout, namelijk dat als de overheid zich met leraren bemoeit het goed zou gaan. De Onderwijscoöperatie lijkt mij hét orgaan om namens de leraren hierin te handelen zonder bemoeienis van externe partijen.

Vraag5

Op basis van welke aanduiding van hun positie kan dit voorstel het beste recht doen aan de zij-instromers in het mbo?

* zie toelichting op vraag 5 onder documenten.
Onduidelijke vraag, maar ik denk dat de vraag bedoeld wordt of in het mbo zij-instromers wel onbevoegd les mogen geven.

Het is eenvoudig zo: wie leraar is, moet een bevoegdheid hebben. Datzelfde geldt ook voor mijn dokter. Een beetje opgeleide dokter bestaat niet, dat is een kwakzalver. Pas tegen een volledig opgeleide dokter, zeg ik: "Ik voel me ziek dokter, dokter, kunt u me helpen?" Wie de bevoegdheid niet heeft, is geen leraar in de zin van het lerarenregister. Jammer, maar de schuld daarvan ligt bij de overheid die de situatie heeft laten ontstaan dat leraren onbevoegd les kunnen geven. De overheid moet nu niet met halfslachtige regelingen komen om de problemen te bedekken die zij zelf heeft laten ontstaan. Zij moet zich er al niet mee bemoeien, laat staan door te sanctioneren dat leraren onbevoegd les moeten kunnen geven.