Wet op het lerarenregister

Reactie

Naam RECRELEER (drs. J.C. van den Berge)
Plaats Culemborg
Datum 27 januari 2015

Vraag1

Denkt u dat met het voorgestelde wettelijk verplichte lerarenregister leraren adequaat worden gestimuleerd om stelselmatig te werken aan hun professionele ontwikkeling?
Vanzelfsprekend, omdat de periodieke (her)registratie ontwikkelingsbewijzen vraagt.

Vraag2

Denkt u dat de drie elementen van het wetsvoorstel – lerarenregister, omschrijving van het beroep en professionele ruimte – bijdragen aan versterking van de positie van leraren in de school?
Zeker bijdragen, maar als Nederlandse leraren nog zoveel lessen aan zoveel leerlingen moeten geven, blijft de ontwikkelings en collegiale-consultatietijd te klein.

Vraag3

Denkt u dat met het zichtbaar maken van de mate waarin onderwijs wordt gegeven door leraren die nog aan de bekwaamheidseisen moeten voldoen, in het voortgezet onderwijs voldoende stimulans ontstaat om het onbevoegd lesgeven terug te dringen?
Als er een registratieplicht voor lesgevenden en een verbod komt om ongeregistreerd les te geven (behoudens incidentele gastlessen), kunnen er geen onbevoegden werkzaam zijn.

Vraag4

Ziet u de opname van de artikelen die zien op de vorm en inhoud van het lerarenregister in de Wet op het onderwijstoezicht als passend?
Het registratieproces moet doorzichtig zijn en zich kunnen verantwoorden. Goed om dat in de wet op te nemen.

Vraag5

Op basis van welke aanduiding van hun positie kan dit voorstel het beste recht doen aan de zij-instromers in het mbo?

* zie toelichting op vraag 5 onder documenten.
Zij kunnen een plaats krijgen in een aspirantregister. Daar kunnen ze een beperkte tijd in blijven. Daarna moeten ze òf registreerbaar zijn, òf verdwijnen uit het onderwijs.