Wet op het lerarenregister

Reactie

Naam Christelijk Gymnasium Sorghvliet (drs R. Maartens)
Plaats Utrecht
Datum 30 januari 2015

Vraag1

Denkt u dat met het voorgestelde wettelijk verplichte lerarenregister leraren adequaat worden gestimuleerd om stelselmatig te werken aan hun professionele ontwikkeling?
Nee, integendeel. Professionele ontwikkeling geschiedt alleen als docenten daar intrinsiek voor gemotiveerd zijn én als ze gefaciliteerd worden door middel van voldoende daadwerkelijk beschikbare tijd en eventueel een naar eigen keuze te gebruiken financieel budget. Mensen die van hun vak houden, hebben geen externe prikkels nodig. Geef iemand die loopt een duw van achteren, en deze persoon houdt terstond stil. Een lerarenregister is een vorm van bureaucratie, van georganiseerd wantrouwen. Georganiseerd wantrouwen kan nooit datgene rechttrekken dat door de wisselwerking van structurele ondermaatse arbeidsvoorwaarden en de daarmee samenhangende instroom van mensen met te lage vooropleiding veroorzaakt is.

Vraag2

Denkt u dat de drie elementen van het wetsvoorstel – lerarenregister, omschrijving van het beroep en professionele ruimte – bijdragen aan versterking van de positie van leraren in de school?
Nee. De drie elementen van het wetsvoorstel zijn pogingen om door middel van tekstproductie te bewerkstelligen wat alleen door middel van de kwaliteit en assertiviteit van docenten op de werkvloer afgedwongen kan worden. Als een land beter onderwijs wil, dan moet dat land bereid zijn om de prijs te betalen voor schaarse, getalenteerde, hoogopgeleide docenten, en moet het voor schoolbesturen gaan lonen om niet de goedkoopste maar de beste docenten in dienst te nemen. Dat zou kunnen door iets veel simpelers dan het in de wet voorgestelde: het schoolbesturen te verplichten het percentage bevoegdgegeven lestijd te publiceren. Ook het afschaffen van de lumpsum en het defuseren van megascholen kan hiertoe bijdragen. Het wetsvoorstel zal de positie van docenten alleen maar verzwakken, omdat juist de hooggeschoolde, intrinsiek gemotiveerde docenten het meest last hebben van kinderachtige bureaucratie. Zij zullen het onderwijs verlaten of vermijden, danwel weigeren zich in te schrijven in dat register, ongeacht de consequenties. Nederland had ooit goed onderwijs zonder de drie elementen van het wetsvoorstel. In andere landen, die nog wel goed onderwijs leveren, kan dit ook zonder de drie elementen van het wetsvoorstel. Dit zou te denken moeten geven.

Vraag3

Denkt u dat met het zichtbaar maken van de mate waarin onderwijs wordt gegeven door leraren die nog aan de bekwaamheidseisen moeten voldoen, in het voortgezet onderwijs voldoende stimulans ontstaat om het onbevoegd lesgeven terug te dringen?
Ja, voor zover het enkel gaat om het zichtbaar maken van de mate van bevoegdgegeven lestijd, en niet of iemand wel of niet in dat bureaucratische knechtingsregister staat. Duidelijke vermelding op de website en in de schoolgids van de betreffende school(locatie) is van groot belang.

Vraag4

Ziet u de opname van de artikelen die zien op de vorm en inhoud van het lerarenregister in de Wet op het onderwijstoezicht als passend?
In de eerste plaats vind ik deze vraag onduidelijk gesteld. In de tweede plaats: de tekstbestanden met de (wets)teksten die u beschikbaar heeft gesteld, bevatten voor mij (niet-mbo) bij elkaar 39 pagina's. Waar denkt u dat een docent de tijd vandaan haalt om 39 pagina's door te spitten? Moet ik een dag geen lessen geven? Moet ik de door mijn leerlingen gemaakte toetsen maar niet nakijken? Wegblijven bij vergaderingen? Niet meer surveilleren in de pauze? Mijn e-mails ongelezen weggooien? De absenten niet meer registreren? Zegt u het maar. Zonder verlaging van de werkdruk zal elke overheid zijn tanden stukbijten op het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. En dat kan dan ook het ware doel niet zijn. Dat hele wetsvoorstel gaat maar om één ding: de burger slechts de indruk geven dat de overheid serieus werk maakt van verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs.

Vraag5

Op basis van welke aanduiding van hun positie kan dit voorstel het beste recht doen aan de zij-instromers in het mbo?

* zie toelichting op vraag 5 onder documenten.
Ik werk niet in het mbo.