Regionale samenwerking voortijdig schoolverlaten en jongeren in een kwetsbare positie

Reactie

Vraag1

Gezien een deel van de doelgroep pro en vso onder de Participatiewet valt, is het goed dat de gemeente de leerlingen bij hun overstap naar vervolgonderwijs, werk of dagbesteding volgt.
Een risico die we waarnemen is dat leerlingen vanuit het praktijkonderwijs steeds eerder overstappen, terwijl dit in principe eindonderwijs tot 18 jaar is en een beschutte omgeving met veel deskundigheid biedt.
Daardoor komt een groep 16-18 jarigen pro-leerlingen die uitvalt uit vervolgonderwijs mbo of werk onder de verantwoording van de gemeente te vallen.
Er wordt gesproken van monitoren, maar de verantwoordelijkheid tot begeleiding is diffuus en er is geen extra budget voor de gemeente om die begeleiding te bieden. Er is zelfs sprake van een korting na 2019 voor de huidige taken.

In de nieuwe effectrapportage, de gemeentelijke verantwoording naar het ministerie, wordt bij de doelgroep oud vsv wel gevraagd naar gegevens over curatieve begeleiding en monitoring gehele doelgroep, maar voor de groep kwetsbare jongeren vanuit pro-vso is dat beperkt tot de alleen overstap. Als monitoring kwetsbare jongeren tot 23 jaar een wettelijk taak is, dan is het logisch dat deze informatie ook onderdeel is van de rapportage.

Vraag2

Positief. Dit gebeurt nu al in de uitvoering, maar door wettelijk vast te leggen dat men regionaal bestuurlijk overleg voert met de domeinen arbeid en zorg wordt een integrale aanpak beter geborgd.

Vraag3

Positief. Dit gebeurt nu al in de praktijk in onze regio. In het kader van de regionale aanpak vsv wordt 1 a 2 keer per jaar regionaal bestuurlijk overleg gevoerd met alle gemeenten, samenwerkingsverbanden passend onderwijs vo en de roc's .

Vraag4

Het wetsvoorstel voorziet in een intensivering t.a.v. de oud vsv-ers en een uitbreiding van de taken voor de RMC voor een doelgroep die vrijgesteld is van de kwalificatieplichtig.
Doordat hier geen budget tegenover staat, betekent dit dat de kwaliteit van de begeleiding aan de jongeren zonder startkwalificatie onder druk komt te staan c.q. verschraalt.

T.a.v. van de verbinding met de aanpak jeugdwerkloosheid blijven dezelfde knelpunten bestaan. Niet alle gemeenten kennen een sluitende aanpak jongeren waarbij startkwalificatie boven werk en werk boven inkomen gaat. Het wettelijk verplicht bestuurlijk overleg met het domein kan dit bevorderen. Met name voor de jongeren met afstand tot scholing en werk die geen uitkering hebben en niet tot de doelgroep nieuwe Arbeidsbeperkten behoren, waarbij gemeenten geen financiële prikkel ervaren. De verantwoording om deze doelgroep naar werk toe te leiden is onvoldoende belegd.
Een structureel budget voor de aanpak jeugdwerkeloosheid i.p.v. tijdelijke impulsen zou bijdragen aan een stevigere integrale aanpak voorkomen voortijdig schoolverlaten en jeugdwerkloosheid.