Wet seksuele misdrijven
Reactie
| Naam | Universiteit Leiden (dr L van Kessel) |
|---|---|
| Plaats | Den Haag |
| Datum | 29 juni 2020 |
Vraag1
- Wat vindt u goed in dit wetsvoorstel en waarom?- Wat minder goed? En waarom vindt u dat?
- Sluit dit wetsvoorstel aan bij uw opvattingen over strafbaar seksueel gedrag?
- Wat vindt u normaal en gelijkwaardig seksueel contact voor jongeren? Welke rol kan voorlichting of onderwijs hierbij spelen?
- Kijkt u anders naar seksueel grensoverschrijdend gedrag na gebruik van alcohol of drugs? Zo ja, wat is er dan anders?
- Wat is een goede manier om informatie te geven en discussie te voeren over seksueel grensoverschrijdend gedrag?
- Wat is er nodig voor een goede uitvoering van dit wetsvoorstel?
- Waar moet de voorlichting over deze wet zich op concentreren?
- Wat zou u de minister van JenV willen meegeven over dit wetsvoorstel?
Ik ben ten stelligste tegen artikel 239 in dit wetsvoorstel. Seksuele interactie tegen de wil zou altijd als verkrachting gezien moeten worden, en dus ook conform worden veroordeeld en bestraft. Het uitblijven van verbaal of fysiek verzet mag geen reden zijn om de strafmaat te verlichten. Er zijn veel verschillende redenen waarom slachtoffers van seksueel geweld zich niet verbaal of fysiek kunnen verzetten, maar dat maakt de pijn en het trauma niet minder. In plaats van de strafmaat voor deze gevallen te verminderen, moet er juist gekeken worden naar manieren waarop er meer gerechtigheid voor slachtoffers van seksueel geweld kan worden verkregen door bijvoorbeeld: het verlagen van drempels voor het rapporteren van seksueel geweld; het prioriteren van opsporing en berechting van daders van seksueel geweld; het voorkomen van verdere trauma's bij het slachtoffer bij het verzamelen van bewijsmateriaal, of wanneer deze geconfronteerd wordt met diens verkrachter tijdens de berechting; de definitie van verkrachting uit te breiden door de volgende tekst uit artikel 241 te verwijderen: "door geweld of een andere feitelijkheid of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid". Iedere vorm van gedwongen seksuele interactie of seksuele interactie zonder instemming van beide partijen moet berecht worden als verkrachting.