wetsvoorstel versterking bestrijding computercriminaliteit

Reactie

Naam ing. T.R. Noest
Plaats Leeuwarden
Datum 1 augustus 2010

Vraag1

Heeft u opmerkingen bij het wetsvoorstel?
Als u reageert wordt u verzocht uw commentaar helder en beknopt te formuleren en te voorzien van een duidelijke motivering.
["De officier van justitie wordt zelfstandig bevoegd om strafbare gegevens van het internet te laten verwijderen."] Dit is geen taak voor de officier van justitie. Oordelen is een taak van de rechter.

["Een groot aantal internetproviders werkt vrijwillig... ...informatie onrechtmatig of strafbaar is."] Een prima systeem dat de definitie wat "overduidelijk is" bij de internetprovider laat. Het heeft bewezen gewerkt in veel gevallen.

["Wanneer de gedragscode niet afdoende is"] Wat is niet afdoende? In het verleden is gebleken dat internetproviders(lees: juridische adviseurs van) een eigen mening formuleren die niet noodzakelijkerwijs overeenkomt met de officier. Dat is misschien vervelend voor de officier, hij kan niet afdwingen. Maar de vraag is of dat moet.

["kan de officier opdracht geven... ...dwangsom opleggen."] En hier betreedt de officier een nieuw gebied; hij wordt rechter én beul!

De scheiding van de disciplines in het nederlandse rechtssysteem is een groot goed dat met hand en tand verdedigd dient te worden. De afgelopen decennia is om onduidelijk redenen de officier van justitie verworden van iemand die misdadigers voor het gerecht brengt tot een "speler" in een media strijd die in zijn scoringsdrift vaak alle zorgvuldigheid uit het oog lijkt te verliezen. Om deze onzorgvuldige en partijdige "speler" uitvoerende macht te geven jaagd mij vrees aan, en lijkt mij een ondergraving van de principe's van ons rechtssysteem.

Het is natuurlijk goed mogelijk dat de huidige opzet van ons rechterlijk systeem het onmogelijk maakt om afdoende snel te reageren op dingen die op internet gebeuren. Ik verwijs maar even naar het feit dat overtreders bij manifestaties binnen 3 dagen voor de rechter verschijnen en dat dat dan "supersnelrecht" wordt genoemd! Drie dagen is een eeuwigheid op internet.

Er zou dus de mogelijkheid moeten komen om deze tijd drastisch te verkorten en met inzet van moderne technieken is die mogelijkheid er natuurlijk ook. Als daar wetsveranderingen voor noodzakelijk zijn, bijvoorbeeld op het gebied van de wettelijke termijnen, dan moet daar de tijd/ aandacht/ wetvoorstellen in worden gestoken.

Gezien het enorme volume van het economische en maatschappelijke verkeer dat tegenwoordig over internet loopt is deze aanpak zoiezo wenselijk. Besproken wetsvoorstel is een lapmiddel dat de werkelijke problemen en uitdagingen van de huidige tijd uit de weg gaat en daarbij ongewenste verschuivingen in de rechtsorde faciliteert.