Wetsvoorstel NLQF

Reactie

Naam VO-raad (HCM Van Oostrom)
Plaats Utrecht
Datum 23 juli 2015

Vraag1

Wat vindt u van het wetsvoorstel?
Het wetsvoorstel NLQF levert in de optiek van de VO-raad een bijdrage aan het bevorderen van de transparantie van kwalificatieniveaus in het (vervolg)onderwijs en op de arbeidsmarkt. Het NLQF maakt inzichtelijk hoe de niveaus van (de leeruitkomsten van) zowel publieke als private kwalificaties zich tot elkaar verhouden. Daarmee levert het een bijdrage aan de nationale en – vanwege de verbinding met het EQF – internationale mobiliteit.

De VO-raad hecht waarde aan een zorgvuldige implementatie. Vermelding op het diploma mag niet leiden tot extra complicaties, tijdsdruk of verhoging van de administratieve of financiële lastendruk.

Vraag2

Wat vindt u van de voorgestelde NLQF niveau indeling?
(NB de niveaus worden later bij AMvB vastgelegd en nog niet in dit wetsvoorstel)
De huidige opleidingsstructuur van het voortgezet onderwijs is in onze optiek adequaat vertaald in het NLQF. De toevoeging van een niveau 4+ aan het NLQF doet recht aan de eigenstandige posities van havo en vwo in NL.
De eventuele keuze voor één niveauvermelding op het diploma stuit wel op complicaties. De ambities van de sector voortgezet onderwijs gericht op meer maatwerk en flexibilisering zullen als sluitstuk resulteren in een maatwerkdiploma (een zogenoemd VO-diploma) waarbij leerlingen op verschillende niveaus vakken hebben afgesloten. In dat geval kan niet worden volstaan met één niveauvermelding, maar zal gekozen moeten worden voor een niveau-aanduiding per vak/groep van vakken.

Vraag3

Wat vindt u ervan dat met dit wetsvoorstel wordt geregeld dat niet gereguleerde kwalificaties op een deugdelijke wijze in een NLQF niveau kunnen worden ingeschaald?
Hoewel dit voor het voortgezet onderwijs minder van toepassing is, is het een goed streven om inzichtelijk te maken op welk niveau niet gereguleerde – private - kwalificaties zijn ingeschaald in het raamwerk. Dit komt de nationale en internationale vergelijkbaarheid ten goede en maakt met name voor werkgevers en het vervolgonderwijs snel inzichtelijk wat het niveau is van de betreffende kwalificatie.
Hier past wel een kanttekening: een niveau-aanduiding van de leeruitkomsten is slechts één aspect om een kwalificatie op waarde te kunnen schatten. Het is evident dat een volledige masterkwalificatie zich niet kan meten met een korte leergang. Het feit dat leeruitkomsten een vergelijkbaar NLQF-niveau hebben, betekent natuurlijk niet dat de kwalificaties inhoudelijk ook vergelijkbaar zijn. Voor het draagvlak is het belangrijk om helder aan te geven wat de inschaling wèl en niet inhoudt.