Tijdelijke wet testbewijzen covid-19

Reactie

Naam GMEL Reintjens
Plaats Eijsden
Datum 9 maart 2021

Vraag1

Er kan worden gereageerd op alle aspecten van het wetsvoorstel en de toelichting.
Geachte leden van het kabinet,

Voordat u een beslissing gaat nemen over dit wetsvoorstel verzoek ik u de volgende vragen naar waarheid te beantwoorden. Al is het maar voor uzelf. Mocht u een vraag niet kunnen beantwoorden, verzoek ik u één of meerdere onpartijdige deskundige('n) te raadplegen. Richt uw eventuele vragen dan niet aan leden van RIVM, OMT etc, deze mensen zijn in Rijksdienst en zijn derhalve niet als onpartijdig aan te merken.

DE VRAGEN
Eind januari werd gezegd dat de Britse variant al meer dan de helft van de besmettingen betrof. Dat is dus een stuk langzamer gegaan dan u gedacht heeft. Maar dan is de mate van besmettelijkheid toch ook een stuk lager dan u gedacht heeft?

In januari werd verwacht dat in maart de hoge golf van de ziekenhuisopnames door de derde golf zou ontstaan. Die is niet gekomen. Nu wordt gezegd dat het in april zal komen. Waarom zal dat nu wel zo zijn?

In landen als Denemarken en in delen van Zwitserland is de Britse variant al wel dominant. De cijfers ontwikkelen zich daar gunstig. Waarom zouden die in Nederland zich dan wel ongunstig gaan ontwikkelen?

De reproductiefactor van 1,14 van 12 februari kan, zeker als we de ziekenhuisopnames van eind februari bekijken, beschouwd worden als een bij effect van het minder testen in de winterweek (waarin 12 februari viel) en het beduidend meer testen in de lenteweek erna. Zelfs Prof. Wallinga erkent dat in het interview met de NOS afgelopen zaterdag. Dit benadrukt het grote probleem van het berekenen van de reproductiefactor op basis van de positief getesten! Waarom keert het RIVM niet terug naar het berekenen van de reproductiefactor op basis van de ziekenhuisopnames? Die geven toch een stabieler beeld en zijn niet afhankelijk van testcapaciteit, testbereidheid en veranderingen in het testbeleid?

We kunnen nog de zorgen horen die uitgesproken werden door OMT-leden over al die mensen die buiten aan het schaatsen waren en die, oh hoe erg, daar toch niet onderling 1,5 meter afstand hielden. De cijfers laten niet zien dat daardoor extra besmettingen zijn ontstaan. Zou dat nu niet eens tijd worden om te erkennen dat we buiten veel meer kunnen doen dan gezegd wordt (zowel qua sport als qua ontspanning)?

Hoe kan het zijn dat de regering nog steeds haar oren laat hangen naar de meest negatieve prognoses van het (niet transparante) model van het RIVM, terwijl men alle schade door de maatregelen compleet negeert (en er alleen lippendienst aan bewijst)?