Wetsvoorstel wijziging toets op re-integratie-inspanningen en WIA-voorschotregeling
Reactie
|
Naam
|
RWM de Groot
|
|
Plaats
|
Venlo
|
|
Datum
|
27 oktober 2025
|
Vraag1
U kunt reageren op het gehele voorstel.
Met deze reactie wil ik mijn zorgen delen over het voornemen om het oordeel van de bedrijfsarts leidend te maken en de RIV-toets af te schaffen. Hoewel het begrijpelijk is dat men de uitvoeringslast wil verminderen en processen wil vereenvoudigen, is dit vanuit het belang van cliënten een zorgelijke ontwikkeling.
Belang van onafhankelijke toetsing
De RIV-toets vervult een belangrijke waarborgenfunctie. Deze onafhankelijke beoordeling beschermt cliënten tegen eenzijdige interpretaties van hun belastbaarheid of re-integratiemogelijkheden. De bedrijfsarts is deskundig, maar opereert binnen het kader van de werkgever, wat de onafhankelijkheid beperkt. De verzekeringsarts van het UWV beoordeelt de situatie juist vanuit een neutraal perspectief, zonder directe betrokkenheid bij werkgever of werknemer. Daarmee wordt voorkomen dat medische oordelen beïnvloed raken door economische of organisatorische belangen.
Het verdwijnen van de RIV-toets betekent ook het verdwijnen van dit onafhankelijke controlemoment. Voor cliënten kan dat leiden tot:
-minder rechtszekerheid;
-beperkte mogelijkheid tot correctie bij meningsverschillen;
-verlies van vertrouwen in de zorgvuldigheid en rechtvaardigheid van het proces.
Een beter alternatief
In plaats van het oordeel van de bedrijfsarts leidend te maken, zou ingezet moeten worden op betere samenwerking en afstemming tussen bedrijfsartsen en verzekeringsartsen. Het probleem ligt niet bij de toets zelf, maar bij de verschillen in interpretatie en communicatie tussen beide beroepsgroepen.
Een constructieve aanpak kan bestaan uit:
-het ontwikkelen van een gezamenlijke taal en uniforme definities;
-eenduidige vastlegging van beperkingen via een gezamenlijke systematiek, zoals één functionele mogelijkhedenlijst;
-vroegtijdige afstemming bij complexe of langdurige ziektegevallen, zodat herbeoordelingen worden voorkomen;
-behoud van een vorm van onafhankelijke toetsing om het cliëntbelang te blijven waarborgen.
Het streven naar eenvoud is begrijpelijk, maar mag niet ten koste gaan van onafhankelijkheid en rechtszekerheid van cliënten. De kracht van het huidige systeem is juist dat er een tweede, onafhankelijke blik bestaat. Door in te zetten op samenwerking en uniformiteit tussen bedrijfs- en verzekeringsartsen, in plaats van het schrappen van de RIV-toets, ontstaat een evenwichtige aanpak die uitvoerbaar én rechtvaardig is mét behoud van vertrouwen van cliënten in de zorgvuldigheid van het proces.