Wet toezeggingen pensioenonderwerpen
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Lelystad
|
Datum
|
10 juli 2024
|
Vraag1
Geen specifieke vraagstelling. U kunt reageren op alle onderdelen.
Het is prijzenswaardig dat náást de Wet toekomst pensioenen, gewerkt blijft worden aan verbetering van het pensioenstelsel om het toekomstbestendig te maken - ook door het Rijk, dat kaders stelt waarbinnen pensioenregelingen worden ingevuld door sociale partners. Toch mist er een cruciaal onderdeel in dit wetsvoorstel.
In 2013 hebben pensioenfondsen, verenigd in de Pensioenfederatie, afgesproken om ervoor zorg te dragen dat in ieder pensioenfondsbestuur ten minste één man en één vrouw zit, en ten minste één iemand ouder en iemand jonger dan 40 jaar. Dat zorgt niet alleen voor meer draagvlak onder met name jongere deelnemers, die zo ook het gevoel krijgen dat het pensioen waar zij verplicht aan bijdragen ook voor hen is en besluitvorming aansluit bij hun belangen en voorkeuren. Het zorgt er óók voor dat de kwaliteit van besluitvorming verbetert, omdat er meerdere perspectieven bij de besluitvorming worden betrokken. Ook maakt het pensioenfondsbesturen toekomstbestendig, omdat er geschikte pensioenfondsbestuurders klaar staan als de zittende bestuurders zelf met pensioen gaan (en dan hun zetel zouden opgeven).
Echter, meer dan tien jaar later is de naleving schandalig slecht. Pensioenfondsen die niet aan de diversiteitscriteria voldoen, komen met drogredenen terwijl ze zelf op het pluche blijven zitten. Helaas is een taskforce die nu is opgestart daarom onvoldoende om daadwerkelijk voor verandering te zorgen. Om ervoor te zorgen dat het pensioen van iedereen is die verplicht wordt eraan bij te dragen, is een wettelijke plicht nodig die voorschrijft dat pensioenfondsbesturen divers moeten zijn samengesteld.
De meest voor de hand liggende route is om te onderzoeken of het huidige aantal bestuursmodellen nog wel passend is. Er zijn pensioenfondsen die paritair worden bestuurd, maar waar minder dan 10% van de leden lid is van een vakorganisatie. Bij andere fondsen valt te betwijfelen of de leden van de vakorganisatie representatief zijn voor de deelnemers van het pensioenfonds en daarmee of een pensioenfondsbestuurder op voordracht van de deelnemers ook voorgedragen zou moeten worden door een vakorganisatie.
Door een wettelijke norm te introduceren, wordt geborgd dat er niet alleen óver deelnemers wordt gesproken, maar ook mét de deelnemers. Niets over ons, zonder ons. In Amerika heeft dat tot gelijkheid in burgerrechten tussen rassen geleid, laat het in Nederland leiden tot diversiteit in pensioenfondsbestuurders.