Wet versterking bestuurskracht onderwijsinstellingen
Reactie
Naam | INNOVO + Artamuse (T. Verhiel) |
---|---|
Plaats | Heerlen + Sittard-Geleen |
Datum | 20 mei 2014 |
Vraag1
Wat vindt u van het voorstel dat de benoeming van bestuurders voortaan moet gebeuren op basis van openbare profielen en om de medezeggenschapsorganen adviesrecht te geven over die profielen en over benoeming en ontslag van bestuurders?Positief. Alle gremia binnen een organisatie zijn met elkaar verbonden en staan voor hetzelfde belang. Door op de voorgestelde manier te werken kan op breder vlak meegedacht worden over de juiste persoon binnen de juiste organisatie.
Vraag2
Wat vindt u van het voorstel dat er in het PO, VO en MBO, minimaal eenmaal per jaar, overleg dient plaats te vinden tussen de medezeggenschap en de Raad van Toezicht?N.B. in het hoger onderwijs bestaat al een overlegplicht.
Je moet je afvragen of een verplichting hier kan bijdragen. In organisaties waar een open cultuur heerst lijkt het vanzelfsprekend dat er weet is wie op welke plek zit en welke verantwoordelijkheid heeft. In die organisaties is het ook "gewoon", dat het medezeggenschapsorgaan en de RvT eeenmaal per jaar met elkaar om tafel gaan.
Vraag3
Wat vindt u van het voorstel dat de Inspectie van het Onderwijs direct door de interne toezichthouders of het interne toezichthoudende orgaan (Raad van Toezicht) op de hoogte moet worden gesteld van een redelijk vermoeden van wanbeheer bij de instelling.Terecht. Hoe eerder er aan de bel getrokken wordt, des te eerder kunnen problemen aangegrepen worden en kan wellicht erger voorkomen worden.
Vraag4
Wat vindt u van de vier voorgestelde wijzigingen in de Wet medezeggenschap op scholen (WMS)?N.B. De WMS is alleen van toepassing in het funderend onderwijs.
Doorvoeren. Het maakt de positie van de MR'en sterker, maar geeft ook meer verantwoordelijkheid.
Vraag5
Wat vindt u van het voorstel om wettelijk vast te leggen dat de opleidingscommissies van universiteiten en hogescholen als belangrijkste taak hebben, te adviseren over het bevorderen en borgen van de kwaliteit van de opleiding?Vloeit die opdracht niet automatisch voort uit het takenpakket? Zo op het eerste gezicht zou ik stellen, dat een wettelijke vastlegging van deze taak overbodig is.
Vraag6
Wat vindt u ervan dat de minister, naast de bestaande mogelijkheden (o.a. aanwijzingsbevoegdheid, inhouding van bekostiging) ook de mogelijkheid krijgt om in het uiterste geval de rechter te verzoeken om falende bestuurders of interne toezichthouders van bijzondere instellingen te schorsen of te ontslaan?Niet noodzakelijk.
Vraag7
Consultatieve vraag over:Instemmingsrecht op de hoofdlijnen van de begroting.
Toelichting:
De begroting geeft inzicht in de voorgenomen besteding van middelen. Daarom is het van belang dat het medezeggenschapsorgaan hierbij betrokken is. Dit orgaan heeft (instemmings)recht ten aanzien van diverse (inhoudelijke) onderwerpen, bijvoorbeeld op het gebied van de strategische beleidsvoornemens van de hogescholen en universiteiten. Op dit moment heeft het medezeggenschapsorgaan in het primair en voortgezet onderwijs al adviesrecht op de hoofdlijnen van het meerjarig financieel beleid voor de school (zie bijv. artikel 11 van de Wet medezeggenschap op scholen). In het hoger onderwijs hebben de medezeggenschapsorganen op grond van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) adviesbevoegdheid met betrekking tot de begroting. In de HO-sector en de MBO-sector geldt op grond van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) dat de Ondernemingsraad (OR) adviesrecht heeft op het meerjarig financieel beleid en over belangrijke investeringsbeslissingen en kredietbesluiten (art.25-1.h t/m j). De WOR schrijft verder voor dat het bestuur de begroting aan de OR moet verstrekken en die met deze raad moet bespreken (art.31a-3).
Onderwijsinstellingen zijn bevoegd om in hun reglement instemmingsrecht op (hoofdlijnen van) de begroting te regelen. In een aantal gevallen is dit ook gedaan.
VRAAG:
Is het wenselijk of noodzakelijk om aan medezeggenschapsorganen een wettelijk instemmingsrecht op de hoofdlijnen van de begroting te geven?
Als er goede redenen zijn om dat te doen, hoe zou dat in de praktijk dan het beste inhoud kunnen krijgen?
Noodzakelijk. De hoofdlijnen van de begroting hebben vaak zeer veel invloed op het werkveld zelf. Een instemmingsbevoegdheid zal bestuurders meer "dwingen" over de diepr liggende gevolgen na te denken.
Vraag8
Consultatieve vraag over:Benoembaarheid leden Raad van Toezicht
Toelichting:
Tijdens het overleg in de Tweede Kamer op 23 april 2014 over governance is de vraag aan de orde geweest in hoeverre het wel of niet wenselijk is dat een lid van de Eerste of Tweede Kamer der Staten-Generaal tevens lid kan zijn van een Raad van Toezicht van een instelling voor het hoger onderwijs. In de huidige Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) is het niet toegestaan om een lid van het Parlement tevens te benoemen tot lid van de Raad van Toezicht van een openbare universiteit. Bij andere onderwijsinstellingen (PO,VO,MBO) bestaat niet zo’n wettelijke beperking.
VRAAG:
Is het wenselijk of noodzakelijk om een dergelijk verbod te handhaven?
Lijkt niet noodzakelijk. Goed met de juiste pet in de juiste rol zitten is hier uitgangspunt.
Vraag9
Consultatieve vraag over:Versterkt informatierecht medezeggenschapsorganen hoger onderwijs.
Toelichting:
Naar huidig recht moet het college van bestuur van universiteiten en hogescholen, al dan niet gevraagd, tijdig aan het medezeggenschapsorgaan alle inlichtingen verschaffen die zo’n orgaan voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig heeft.
Hiermee heeft het medezeggenschapsorgaan recht op alle relevante informatie die nodig is voor het uitoefenen van zijn taak, zonder dat er sprake is van onnodige administratieve lasten. In andere sectoren in de publieke en private sector is dit op vergelijkbare wijze geregeld. De Tweede Kamer heeft bij motie van 23 april jl. voorgesteld de informatieplicht te verbreden tot het verschaffen van de inlichtingen die de raad zelf “nodig acht”, omdat volgens de Tweede Kamer zo voorkomen wordt dat de medezeggenschapsorgaan informatie wordt onthouden.
VRAAG:
Is het wenselijk of noodzakelijk om aan medezeggenschapsorganen een verbreed informatierecht te geven?
Als er goede redenen zijn om dat te doen, hoe zou dat in de praktijk dan het beste inhoud kunnen krijgen?
Noodzakelijk. Nu bepaalt de bestuurder welke informatie hij kwijt wil en is maar de vraag of dat compleet is en of de bestuurder het wenselijk acht dat de MR de informatie krijgt ("Dat is niet van belang voor uw advies/instemming"). De MR bepaalt welke informatie zij nodig heeft, maar moet daar ook wel een actieve rol in spelen.
Praktijk:
Bestuurder levert informatie
MR bestudeert en bepaalt welke informatie zij nog denkt nodig te hebben
Besturder levert aan
Je zou hier een periode op kunnen zetten: de MR heeft bijv 10 werkdagen de tijd om de informatie op te vragen en de bestuurder moet dat dan ook weer binnen bijv. 10 dagen aanleveren. De MR draagt er zorg voor dat de gewenste informatie zoveel mogelijk in een keer wordt aangevraagd.
Weigering van de bestuurder kan reden zijn om niet in te stemmen of een negatief advies te geven.
Vraag10
Consultatieve vraag over:Student-assessor binnen hoger onderwijs
Toelichting:
Een studentassessor is een student van een instelling die de vergaderingen van het college van bestuur bijwoont en daarin een adviserende rol heeft. Met een wettelijke verplichting tot een studentassessor zou er van de kant van studenten in een vroeg stadium inspraak zijn bij het instellingsbeleid en zou die inspraak het beleid kunnen versterken, aldus de motie van de Kamer van 23 april jl. Vraagpunt is hoe een dergelijke figuur past in het governancesysteem van ‘checks and balances’ met bestuur, toezicht en medezeggenschap en wat de positie van de student- assessor is ten opzichte van andere studenten en medezeggenschapsorganen die studenten vertegenwoordigingen.
VRAAG:
Is het wenselijk of noodzakelijk om de studentassessor wettelijk verplicht te stellen bij hogescholen en universiteiten?
Als er goede redenen zijn om dat te doen, hoe zou dat in de praktijk dan het beste inhoud kunnen krijgen?
Nog een adviserende partij erbij lijkt niet wenselijk. versterk de positie van de MR'en door de mogelijkheid te bieden aan te schuiven bij de vergaderingen van een CvB. Doe dat vanuit twee kanten: nav de agenda van het CvB kan de MR besluiten een specialist uit haar gelderen af te vaardigen. Naar aanleiding van een onderwerp kan het CvB dde MR vragen een specialist te sturen. Kennis van zaken is in dit geval wel een vereiste.