Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Hendrik-Ido-Ambacht
|
Datum
|
13 oktober 2023
|
Vraag1
Geen specifieke vraagstelling. U kunt reageren op alle onderdelen.
Graag geef ik onderstaande ter overweging mee:
1. Het hanteren van een maximale duur van inhuur voordat de inhuur wordt beëindigd óf er een arbeidsovereenkomst aangegaan moet worden - zoals in diverse reacties geopperd - vind ik geen goed idee. Sommige projecten nemen nu eenmaal een lange periode in beslag. Mijn werkzaamheden voor organisaties duren vaak tussen de 2 en 5 jaar. Dat zijn telkens eenmalige projecten waarvoor specialistische kennis nodig is die een organisatie niet in huis heef, óf met capaciteit die nodig is voor beheertaken en niet kan worden ingezet om aan eenmalige projecten te werken.
2. De aanbieding van ZZP-ers wordt bij afwezigheid van duidelijke en eenduidige criteria al bij de uitvraag niet langer toegestaan door diverse overheden (zoals gemeente Amsterdam en Rotterdam). Dit om alle risico's buiten te sluiten, terwijl de ZZP-er meerdere opdrachtgevers heeft, een door de belastingdienst geaccordeerde modelovereenkomst wil hanteren en zelfs aangeeft alle risico's te willen dragen indien er toch besloten zou worden dat er loonbelasting verschuldigd zou zijn. Dit risicomijdend gedrag zal blijven bestaan als de nieuwe criteria niet glashelder zijn (wat ze dus niet zijn in het nieuwe voorstel).
3. In onderhavige Internetconsultatie verduidelijking en rechtsvermoeden ZZP is een tarief van € 32,00 opgenomen als bovengrens, waarbij een ondernemer kan een arbeidsovereenkomst kan claimen indien deze minder dan deze bovengrens vergoed krijgt. Los van de consequenties van deze grens, die het menig ZZP-er lastig kan maken om een overeenkomst te sluiten met een opdrachtgever lager dan dit tarief, zou het tegenovergesteld ook van kracht kunnen zijn. Er zou een ondergrens bepaald kunnen worden, waarboven er geen discussie is over de wens van de ZZP-er om zelfstandig ondernemer te zijn. In de Internetconsultatie minimumtarief en zelfstandigenverklaring was het tarief van € 75,00 opgenomen als grens waarboven er geen twijfel meer zou zijn over de wens van de ondernemer om als zelfstandige op te treden. Hierdoor wordt de zelfstandige niet (alleen) beschermd voor gedwongen schijnzelfstandigheid, maar blijft er juist voor deze zelfstandigen én opdrachtgevers helderheid over dat de contractrelatie geen arbeidsrelatie betreft.