Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden

Reactie

Naam Verpleegkundige ZZP (J. Spijkers)
Plaats Tilburg
Datum 20 oktober 2023

Vraag1

Geen specifieke vraagstelling. U kunt reageren op alle onderdelen.
Bij deze maak ik bezwaar tegen deze nieuwe wetgeving. Er is een kader gecreëerd waarbij er getoetst wordt. Dit kader wordt vertaald in casuïstiek (memorie van toelichting, bijlage 3). Ik sta stil bij casus 1, waarbij een verpleegkundige twee opdrachtgevers heeft. Na de gegevens te hebben ingevuld in dit kader zou er sprake zijn van een arbeidsovereenkomst. Hier heb ik kanttekeningen bij. Werkinhoudelijke aansturing: de werkgevende (lees: opdrachtgever) geeft een opdracht en controleert. In iedere opdracht en in elke relatie tussen opdrachtnemer en opdrachtgever zal hier sprake van zijn. In deze casus wordt een inspanningsverplichting als minderwaardig gezien als resultaatverplichting. En wordt er gezegd dat de protocollen van de instelling leidend zijn. Echter zijn deze protocollen ingegeven door grote kwaliteitskaders WTZA, BIG etc. waar de opdrachtnemer zich ook als zelfstandig ondernemer moet houden. Het zkh heeft deze vertaald naar de eigen praktijk, ja. Maar ook elders zou de verpleegkundige aan deze wet en regelgeving moeten/willen voldoen. Organisatorische inbedding: Als er sprake is van het werken in een organisatie waarbij werkzaamheden gedaan worden, naast andere werkenden wordt dit gezien dat je onderdeel bent van de organisatie. Dit is een slecht argument. De ZZP-er brengt zijn eigen kennis, kunde en vaardigheden mee. Maar wil, ten behoeve van de opdrachtgever, ook uitstralen dat hij ten tijde van de opdracht de waarden en visie uitstraalt van deze organisatie. En er is een gedeelde visie, want anders zou er geen actieve opdracht zijn. Werken voor eigen rekening en risico: In deze setting is het onmogelijk om eigen materiaal mee te nemen. Er is een DBC per patiënt waaruit de vergoeding komt. De ZZP-er kan geen eigen DBC starten bij de individuele patiënt. Daarnaast moet in de zorg/behandeling een hoge kwaliteit worden geleverd en continuïteit. Ook eenduidig materiaalgebruik hoort hierbij. Ook het feit dat alleen aangereikte kennis en kunde die niet in de organisatie beschikbaar is als onderdeel als voorwaardige opdracht wordt gezien is onvoldoende onderbouwt. Er is dan in hoofdlijn misschien wel de kennis en kunde al aanwezig maar er is een tekort binnen de inhurende organisatie om zijn kerntaken te vervullen. Ook dit is voor mij een legitiem kader. Schijnzelfstandigheid voorkomen? Dat lijkt niet het hoofddoel van deze wet.