Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden

Reactie

Vraag1

Als het doel is te komen tot een betere beoordeling van wanneer je als werknemer of als zelfstandig ondernemer kunt werken, dan is volgens mij belangrijk om enerzijds criteria op te stellen voor werken als werknemer én ondernemerscriteria op te stellen voor zelfstandigen. Beide heb je nodig voor een goede beoordeling.
In dit voorstel worden als kwalificaties gegeven de gezagsverhouding en organisatorische inbedding. Beide punten leiden tot discussies die inhurende partijen voorzichtig maken om zzp’ers in te huren. Het speelt de tussenpartijen natuurlijk wel in de kaart.
M.b.t. gezag: een klant (inhurende partij) heeft in zekere mate altijd ‘gezag’. Wanneer je als zzp’er wordt ingehuurd, krijg je geen ‘wild card’. De klant betaalt en bepaalt binnen welke kaders een opdracht wordt verstrekt en afgehandeld. Zelf werk ik vakinhoudelijk onafhankelijk, maar de klant bepaalt met welk doel, vanuit welke vraag, binnen welke kaders en budgetten ik mijn expertise inzet.
Ook organisatorische inbedding is een lastige kwalificatie. Veel opdrachtgevers werken graag met een zogenaamde flexibele schil. Hiermee kunnen ze pieken opvangen, of werknemers vervangen die ziek zijn of met zwangerschap/ouderschapsverlof. Of extra expertise inhuren voor nieuwe projecten of vraagstukken, waarvoor binnen de organisatie (nog) de expertise ontbreekt. Hiervoor zoeken ze tijdelijke vervangers die snel ‘up and running’ zijn, de juiste expertise en stevigheid meebrengen om belangrijke taken goed door te laten lopen of nieuwe uitdagingen op te pakken. Dat is vaak het aanbod en de kracht van zzp’ers.
Met invoering van deze wet, kun je als zzp’er niet meer dergelijke opdrachten oppakken. Ook niet wanneer je drie of meer van dergelijke opdrachten per jaar doet. Dat is een grote inperking van de mogelijkheden voor veel zzp’ers. Het zorgt ook voor veel onduidelijkheid bij opdrachtgevers en creëert een situatie waarbij je wel met derden moet werken. Ik denk dat dit ook in strijd is met het Europees recht op vrijheid van zelfstandig ondernemerschap.
Wanneer je zelfstandige ondernemerscriteria als eerste uitgangspunt hanteert, maak je het wel mogelijk om opdrachten te vervullen zonder tussenkomst van derden. Wanneer een zzp’er niet aan die criteria voldoet, zou je evt. een inbeddingscriterium kunnen hanteren.
Mijn advies is dan ook om in dit wetsvoorstel duidelijk op te nemen wanneer je als zelfstandige wél kunt werken.