Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden

Reactie

Vraag1

Ongewenste effecten als onverzekerd voor AO, geen pensioenopbouw zorgen voor een groot maatschappelijk (financieel) vraagstuk aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Echter het vraagstuk zelfstandigheid blijft een complex en veelkoppig monster ook in dit wetsvoorstel. Veel organisaties een flexibele schil nodig van o.a. tijdelijke professionals en vakmensen om mee te veranderen in de markt in een onzekere VUCA-wereld. Deze onzekerheid blijft de komende jaren bestaan en 'flexibiliteit' als organisatiecompetentie is hierbij essentieel. ZZP'ers spelen hierbij een belangrijke rol. Als samenleving heb je een bepaald percentage flexibele professionals nodig en dan helpt het niet om hoge drempels op te werpen voor ondernemerschap. Ik pleit voor het zwaarder wegen van het 3e criterium "Gedrag als ondernemer" en deze niet te zien als 'aanvullend' op de criteria Inbedding in organisatie en Aansturing. Gedrag als ondernemer is relatief eenvoudig toetsbaar op grond van de criteria zoals die ook in de VAR verklaring al in de vragenlijst stonden zoals aantal opdrachtgevers en criteria als betalingsrisico, investeert u en heeft u een AOV? Bij iedere vraag moet bij een controle door de Inspecteur een overtuigend antwoord komen met bewijs. Dat een professional vervolgens tijdelijk onder aansturing van iemand een tijdelijke opdracht uitvoert in een organisatie die uit meerdere professionals bestaat met hetzelfde vak is dan van secondair belang. Deze professional loopt immers alle hierboven genoemde risico’s van een ontevreden opdrachtgever tot de verantwoordelijkheid voor het zelf up to date houden van het vakmanschap en het vinden van een volgende opdracht (acquisitie). Voorbeeld MKB 17 medewerkers. Zelfstandig adviseur stelt HR beleid op. De adviseur voert zelfstandig opdracht uit maar 'aansturing' vanuit opdrachtgever. Wat is het verschil of waar ligt de nuance tussen 'Opdracht (naar eigen inzicht) uitvoeren en 'Aangestuurd worden'? Het gedrag van deze adviseur voldoet deze aan alle genoemde criteria conform de oude VAR-verklaring, echter door het criterium Aansturing (de opdrachtgever wil toch terecht grip op het resultaat van de opdracht?) ontstaat in dit wetsvoorstel nu discussie over de zelfstandigheid van deze adviseur. Door de 3 criteria gelijkwaardig(er) te wegen en niet ondernemerschap als 'sluitstuk' te bekijken na het criteria Aansturing en Inbedding, kun je de arbeidsrelatie beter beoordelen.

Bijlage