Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Groningen
|
Datum
|
21 oktober 2023
|
Vraag1
Geen specifieke vraagstelling. U kunt reageren op alle onderdelen.
Het wetsvoorstel vergroot de rechtsonzekerheid. De criteria werkinhoudelijke aansturing en organisatorisch ingebed zijn niet nader gedefineerd. Verder is het haast onmogelijk om een bijdrage aan grotere projecten te leveren zonder organisatorisch ingebed te zijn. Samenwerken is per definitie niet mogelijk zonder enige vorm van organisatorische inbedding. Aan dit criterium zal in bijna alle gevallen worden voldaan, als er sprake is van dienstverlening of samenwerking van zelfstandigen. Ook interim-management of projectleiding zou naar verwachting aan deze criteria voldoen, terwijl een organisatie juist ervoor kiest om deze functie niet permanent in te vullen. Dit zijn maar een paar voorbeelden.
Een aantal jaren geleden werd met de VAR-verklaring gewerkt. Dat systeem werkte goed en zou weer in eer kunnen worden hersteld. Als de minister zich zorgen maakt over belastingvoordelen, dan heeft de wetgever genoeg mogelijkheden om deze voordelen af te bouwen. Ik betwijfel overigens of deze echt nog bestaan, zodra de zelfstandigenaftrek is afgeschaft. Hetzelfde geldt voor sociale premies en pensioenopbouw. Deze regelingen kan de wetgever nog verder voor zelfstandigheden openstellen. Gedeeltelijk is dat nu al mogelijk: vrijwillige verzekering bij UWV of vrijwillige bijdrage aan pensioenfondsen.
Dat werkgevers gedwongen zouden zijn om zelfstandigen in te huren, kan geen reden zijn om mensen in loondienst te dwingen. Dit doet ook inbreuk op de vrije beroepskeuze of contractvrijheid. Als werkgevers blijkbaar niet in staat zijn om haar personeel marktconform te betalen, hebben deze de mogelijkheid om meer salaris te betalen. Men zou ook kunnen concluderen dat de facto de vakbonden en werkgevers slecht onderhandeld hebben of verkeerde prioriteiten hebben gesteld.