Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden

Reactie

Vraag1

De voorgestelde aanpassingen van artikel 610 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek is niet de weg om te komen tot minder schijnzelfstandigheid. Er wordt te veel nadruk gelegd op de verrichting van de arbeid en te weinig gekeken naar het ondernemerschap van de zelfstandige zelf.
Ik heb samen met mijn compagnon een IT-architectenbureau. Vanuit deze B.V. helpen wij klanten met hun tocht naar de publieke Cloud. Dat doen we enerzijds op consultancybasis. Dergelijke opdrachten zijn gebaseerd op een door ons uitgebrachte offerte. Anderzijds voeren wij opdrachten uit voor klanten op basis van een opdrachtovereenkomst.

IT is bij elk bedrijf een volwaardig onderdeel van het primaire proces geworden. Het is niet meer ondersteunend aan de business, het is er onderdeel van. Dus opdrachten die wij uitvoeren zullen altijd onderdeel van de kern zijn. Maar als ondernemer lopen wij bij het aannemen van deze opdracht nog steeds zelf het risico, zijn we zelf in staat een contract te beeindigen op het moment dat wij dat willen. De aanpassingen die nu voorgesteld zijn, zullen in de praktijk te veel angst bij onze opdrachtgevers geven, zulllen ons belemmeren in ons ondernemerschap en zullen voor nog meer tekorten in de toch al krappe IT-markt opleveren.

Beter kan er gekeken worden naar het ondernemerschap van de zelfstandige professional. Mocht er dan toch een kernmerk gekozen moeten worden, leg dan wat meer de nadruk op de hoogte van het uurtarief, en kom met een richtlijn wat duur van opdracht betreft, zoals bijvoorbeeld maximaal 1 a 2 jaar.

Op deze manier gaan er in ieder geval heel veel Zelfstandig ondernemers kapot, en gaan er nog meer bedrijven en al helemaal de overheid zelf problemen hebben op IT vraagstukken. Niet goed voor Nederland, niet goed voor de schatkist, niet goed voor de economie. Niet doen dus.