Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden
Reactie
Naam
|
Peter Brand
|
Plaats
|
Leiden
|
Datum
|
10 november 2023
|
Vraag1
Geen specifieke vraagstelling. U kunt reageren op alle onderdelen.
Mijn bezwaren tegen de voorgestelde Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (Wvbar) kunnen als volgt worden samengevat.
1. De Wvbar zet wat mij betreft de bestaanszekerheid van een te grote groep economisch onafhankelijke werkenden op het spel.
2. De Wvbar lijkt mij onterecht de noodzakelijke alomvattende afweging ('holistische benadering') van de Hoge Raad bij de kwalificatie van de arbeidsovereenkomst buiten spel te zetten.
3. Het past wat mij betreft niet in onze juridische traditie om de handhaving (of kwalificatie) van de civiel rechtelijke arbeidsovereenkomst aan de Belastingdienst over te laten.
Het rechtsvermoeden wordt wat mij betreft terecht geïntroduceerd met het voorgestelde art. 7:610aa, BW. Ter ondersteuning van dit rechtsvermoeden dienen de voorgestelde leden 2 tot en met 4 voor art. 7:610 BW in het voorgestelde artikel 610aa te worden opgenomen.
Bijlage