Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Zwolle
Datum 7 november 2023

Vraag1

Geen specifieke vraagstelling. U kunt reageren op alle onderdelen.
Het wetsvoorstel gaat voorbij aan de wettelijke verplichting tot pensioenopbouw bij werkgevers. Als een ZZP-er steeds kortdurende opdrachten uitvoert voor steeds andere opdrachtgevers en daarbij wordt aangeduid als 'schijnzelfstandige', dan wordt in loondienst het pensioen belegd bij een pensioenuitvoerder die buiten de keuzevrijheid of invloedsfeer van de ZZP-er ligt. Het gevolg is dat dit wetsvoorstel sterk nadelig kan werken op de mogelijkheden tot pensioenopbouw van 'schijnzelfstandigen' in vergelijking met een pensioenopbouw bij een pensioenuitvoerder van keuze van de ZZP-er.

Het wetsvoorstel gaat eveneens voorbij aan die situaties waarin afwisselend of in parttime gewerkt wordt als 'schijnzelfstandige' zowel als 'echte' ZZP-er. In het laatste geval kan door de ZZP-er een inkomensverzekering afgesloten zijn, analoog aan de afdracht van ziektewetpremie door een werkgever aan het UWV. De vraag is dan wie bij een ziekte de uitkerende instantie moet zijn. E.e.a. kan in de praktijk ernstig vertragend werken op een eventuele uitkering, terwijl de ZZP-er/schijnzelfstandige juist dan in een kwetsbare positie zit en dus minder in staat zal zijn discussies te voeren met instanties. Dat lijk mij een ongewenst neveneffect van dit wetsvoorstel.

Ook is de toets A+B versus C te zwaar in het voordeel van A+B. Dit zal veel werkelijke interimmers in de handen van de uitzend- en payrolling branche drijven, wat ten koste zal gaan van de onderhandelings- en inkomenspositie van de betrokken ZZP-ers en een ongewenste machtspositie creëert voor deze branche. De ervaring leert immers dat deze branche per eerste gelegenheid de tarieven naar opdrachtgevers opvoert, naar opdrachtnemers afknijpt en het verschil in eigen zak steekt. De rekening daarvoor wordt betaald zowel door de ZZP-ers als - uiteindelijk - de consument. Dat lijkt mij niet de bedoeling van dit wetsvoorstel.

De motie van toelichting is verder een stuk specifieker dan de wetstekst, wat ongewenste verbreding van toepassing voorspelt. De effecten daarvan zijn nu niet in kaart gebracht.

Ik adviseer dit wetsvoorstel in de huidige vorm niet aan te nemen.