Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden

Reactie

Naam TeamTech (G Geerts)
Plaats Berkel
Datum 13 oktober 2023

Vraag1

Geen specifieke vraagstelling. U kunt reageren op alle onderdelen.
M.n. de invoeging bij artikel 610 , lid 2.b. "het gegeven of de arbeid of de werknemer organisatorisch zijn ingebed in de organisatie van de werkgever", gaat volledig voorbij aan de huidige en toekomstige arbeidsmarktsituatie, en beperkt ook het ondernemerschap van de opdrachtgever. Vervanging bij ziekte, tijdelijke piekwerkzaamheden, extra projecten welke ook regulier plaatsvinden binnen een organisatie etc. gaan allemaal zorgen voor interpretatie discussies, bewijsdiscussies en dus voor "better save then sorry" acties bij opdrachtgevers (onduidelijk dus doe maar geen zzpér) waardoor men massaal overstapt op detacheren, en de detacheerders zoeken vervolgens alsnog de zzpér, maar wel tegen onnodig hoge extra kosten (opslagen op de uurlonen)

Algemeen is het volstrekt onduidelijkheid welke werkzaamheden tot de term "organisatorisch ingebed" gerekend gaan worden, hoe bepaal je dat bij een organisatie met > 1000 medewerkers en soms wel > 600 functies?

Samengevat; De wet biedt geen extra duidelijkheid vooraf en raakt 100% zelfstandig ondernemers rechtstreeks in hun bestaansrecht. De vrijheid van ondernemerschap, een Europees grondrecht, wordt hen ontnomen.

Tot slot is nog steeds volstrekt onduidelijk hoeveel "schijn zelfstandigen" er nu echt zijn, oftewel is er wel een (groot) probleem waar deze wet een oplossing voor is?

Of zoals ZZP NL het stelt;
Het inbeddingscriterium is met name gericht op elementen van een arbeidsovereenkomst en biedt onvoldoende ruimte voor ondernemerscriteria. Het sluit daardoor zzp’ers uit van een veelheid van opdrachten. Voor zover ondernemerscriteria wel een rol spelen, zijn ze niet persoonsgebonden maar worden ze beoordeeld binnen de opdracht. Dat is te beperkt en een gemiste kans op echte duidelijkheid.
De oplossing is gelegen in het verleggen van de focus. De eerste vraag zou moeten zijn: is er sprake van een ondernemer? De zelfstandige wordt dan niet meer gelegd langs de meetlat van werknemerschap, maar wordt beoordeeld op ondernemerscriteria op persoonsniveau. Met andere woorden; een nieuw kabinet moet terug naar de tekentafel. Want, beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.